19 maart 2025

Geestelijke weerbaarheid in de woestijn

Geschreven door Koen Holtzapffel

Orde van dienst Thomasviering 16 maart 2025 Remonstr Arminiuskerk

Thema: geestelijke weerbaarheid in de woestijn

Voorganger Koen Holtzapffel                  Organist Jos vd Kooy

Gelezen: Mattheus 4: 1-11 Verleiding in de woestijn en stukje  Belijdenis 2006

Wat is een Thomasviering? Thomasvieringen begonnen eind jaren ’80 in het Finse Helsinki. De aanleiding? De officiële liturgie sprak steeds minder mensen, met name jongeren, nog aan. Daarom ontwikkelde men een vorm die ruimte gaf, ook aan twijfel of aarzelend zoeken. Welnu, ruimte geven aan twijfel en aarzelend zoeken dat spreekt ook remonstranten aan. Geen geloof zonder twijfel, geen geloof zonder persoonlijke zoektocht met veel ruimte voor een eigen gesprek met de christelijke traditie.  Veel mensen zijn zoekend, onderzoekend en tastend naar een ruimte waarin geen vastgeklonken dogma’s of stellige antwoorden passen, maar waar wel iets van het geloof ervaarbaar is. Remonstranten in de Arminiuskerk willen zo’n ruimte vormen. Een plek zonder stellige antwoorden waarin vragen kunnen worden gesteld over zin en betekenis in het leven en waar ook onderzocht kan worden hoe die vragen zich laten verbinden met de vragen én antwoorden uit de christelijke traditie.

Gedicht/Gebed

Bidden is als het waken voor de

IJsvogel. Het enige wat je kunt doen is

zijn waar hij waarschijnlijk zal verschijnen,

en wachten.

Vaak gebeurt er niet veel;

er is ruimte, stilte en

verwachting.

Geen zichtbaar teken, alleen de

wetenschap dat hij er is geweest,

en nog eens kan komen.

Zien of niet zien doet er niet meer toe,

je bent voorbereid.

Maar soms, als je bijna opgehouden bent

met hem te verwachten,

geeft een flits van helderheid

bemoediging.    (Ann Lewin – Onthulling)

Uit de Belijdenis 2006

Wij beseffen en aanvaarden dat wij onze rust niet vinden

in de zekerheid van wat wij belijden,

maar in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt;

dat wij onze bestemming niet vinden in onverschilligheid en hebzucht,

maar in wakkerheid en verbondenheid met al wat leeft;

dat ons bestaan niet voltooid wordt door wie we zijn en wat we hebben,

maar door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten. 

Korte overdenking: het is tijd voor geestelijke weerbaarheid

Denk even kort na wat voor u een belangrijke waarde in het leven is. …

Waarden hebben alles te maken met geestelijke weerbaarheid en daar gaat het over in deze Thomasviering. Waarom? Er wordt op dit moment wereldwijd gesproken over economische weerbaarheid en ook over herbewapening. Daar is veel over te zeggen, maar laten we vooral niet vergeten dat ook geestelijke weerbaarheid nodig is in deze turbulente tijden, zo u wilt morele bewapening. Niet voor niets spreekt Paulus in zijn brief aan de Efeziers van een geestelijke wapenrusting. Van geestelijke wapens waarmee je als soldaten van de geest ten strijde trekt. Het levert een speciale manier van vechten op:  ‘Jullie moeten klaarstaan voor de strijd, net als soldaten. Maar dit is de manier waarop jullie moeten vechten: Spreek altijd de waarheid, en doe altijd het goede. Breng aan iedereen het goede nieuws van de vrede.’ (Ef. 6: 14, 15) 

Gemeente dit jaar vallen Ramadan en de Veertigdagentijd op weg naar Pasen grotendeels samen. Er was in de media veel aandacht voor het begin van Ramadan, en natuurlijk ook voor Carnaval. Maar wie weet nog dat na Carnaval ook voor christenen de vastentijd begint, op weg naar Pasen? Onze moslimzusters en -broeders laten zien dat een gezamenlijke vastentijd heel waardevol kan zijn. Een rituele tijd die je gezamenlijk beleeft en dus een grote verbindende kracht heeft. En die ook uitdrukkelijk bedoeld is om te komen tot individuele en gezamenlijke bestaansreflectie. Die uitnodiging tot verstilling en verinnerlijking geldt precies zo voor moslims als voor wie in de christelijke en ook andere geloofstradities staat. Kom tot inkeer, bezin je, denk na over wat echt belangrijk, waardevol is in je leven. En waarom zou zo’n tijd van bezinning niet voor iedereen, gelovig of niet, van belang zijn? We leven allemaal in troebele tijden. Tijden van onzekerheid, wankelende wereldorde, omverwerping van lang gedeelde waarden. Juist dan is een in de tijd afgebakende periode van afzien van wat eigenlijk overbodig is, van concentratie en bezinning van groot belang. Van overdenking van individuele en collectieve pijnpunten. Van mogelijkheden tot onthaasting en verduurzaming, ook van onze relaties. Van bewustwording van dat waaraan we verslaafd zijn (niet alleen voedsel, maar bijvoorbeeld ook sociale media). Ja, voor ieder mens, voor ons allemaal is geestelijke quality time van levensbelang, als mensen onderweg in een onzekere en controversiële tijd. Als mensen op zoek naar oriëntatie, houvast en een moreel kompas. In een woestijntijd van extreme hitte en kou, van droogte, uitputting en ontheiliging. Maar, bedenk ook: juist in de woestijn ontving Mozes de 10 geboden, en juist in de woestijn weerstond Jezus duivelse verleidingen. 

Dat verhaal in Matt 4 lazen we vanmorgen, het wordt traditioneel gelezen bij het begin van de christelijke veertigdagen tijd (ook vastentijd, lijdenstijd). Zo’n klassieke tekst kun je natuurlijk op verschillende manieren lezen. Vanmorgen lees ik het als een tekst die gaat over de strijd om de juiste waarden. Een verhaal dat uitnodigt om je te bezinnen op de keuze van de goede waarden. Wat vind je echt belangrijk in het leven, waar sta je voor? Die vraag krijgt Jezus ook van ‘de duivel’, of van ‘duivelse influisteringen’ voor de voeten geworpen. Op een heel kwetsbaar moment, 40 dagen vastend. Eens kijken hoe stevig Jezus in zijn schoenen staat, of hij het echt meent met zijn mooie idealen.  Uitgenodigd om de weg van de minste weerstand te kiezen, doet Jezus in de woestijn precies het tegenovergestelde. Hij kiest voor de weg van de meeste weerstand. Hij kiest niet voor de macht maar voor betrokkenheid bij andermans lief en leed. Hij kiest niet voor zijn eigen belang maar voor dat van de ander en gaat daarbij zijn eigen lijden niet uit de weg. Niet ‘wat heb ik nodig’ maar ‘wie heeft mij nodig’, hoe kan ik voor jou van betekenis zijn, dat staat centraal.

Gemeente, niet voor het eerst haal ik bij dit bijbelverhaal heel graag de Russische schrijver Fjodor Dostojewski aan. Hij werkte het thema van Mattheus 4 meesterlijk uit in de beroemde parabel van de grootinquisiteur. In zijn grote ideeroman De gebroeders Karamazow. Jezus keert in de parabel terug op aarde in het streng katholieke zestiende eeuwse Sevilla. De stokoude, uitgemergelde grootinquisiteur van die stad verwijt Jezus zijn terugkeer. Verdwijn toch, hemelse onrustzaaier met je boodschap van vrijheid, van naastenliefde en opoffering. De mensen kunnen die boodschap helemaal niet aan. Ze blieven de vrijheid niet om zelf na te moeten denken. Liever lopen ze achter een autoritaire leider aan die ze precies vertelt wat ze moeten denken en doen. De mensen willen helemaal geen hooggestemde idealen waarvoor ze het nodige moeten opofferen, nee veel liever hebben ze brood en spelen. Tenslotte, ze willen helemaal geen boodschap over zichzelf opofferende liefde en solidariteit, ze willen instantwonderen, geluk, happiness. Zo wordt Jezus’ boodschap door de religieuze machthebber van cynisch commentaar voorzien en onschadelijk gemaakt. En wat doet Jezus? Hij kust de grootinquisiteur op de bloedeloze lippen.

Juist dit tegenverhaal uit Matth 4 wordt aan het begin van de vastentijd gelezen in de geloofsgemeenschap. Een geloofsgemeenschap, ook de onze, is een waardengemeenschap waar die hemelse onrustzaaier juist wel een stem krijgt en gehoord wordt. Waar die boodschap van vrijheid, naastenliefde en opoffering juist wel luid en duidelijk klinkt.  En opgevat mag worden als een uitnodiging aan ons om na te denken over de waarde van vrijheid in ons eigen dagelijks bestaan. Waarvan willen wij bevrijd worden en wat doen we vervolgens met die verworven vrijheid voor onszelf en anderen? Het is een uitnodiging om ons af te vragen achter wie of wat wij aanlopen en hoe we komen tot eigen afwegingen? Ten slotte om ons af te vragen wat voor ons verslavend én heilig is en wat ons geloof, onze idealen ons waard zijn in het weerbarstige leven van alledag. 

Laten we de Veertigdagentijd, al dan niet vastend, dus benutten om samen na te denken over wat ons verbindt en kan verheffen. Geestelijke weerbaarheid,  gezamenlijk moreel beraad. Hoe leven wij alleen en samen een waardengedreven leven, en, zeer relevant, welke morele voorbeelden, reikt onze eigen geloofstraditie ons daarbij aan ? Wat kan Jezus in dat licht betekenen. Hij die het ons heeft voorgedaan maar niet het voor ons heeft gedaan. Een subtiel maar wezenlijk verschil (zie 538 laatste couplet

Wat dat betreft hebben wij ook als remonstranten het nodige om ons op te oriënteren en om in te brengen in breder verband. Ik denk aan onze 5 V’s, ik heb ze hier vaker genoemd: opnieuw Vrijheid, maar ook Verdraagzaamheid en Verantwoordelijkheid, Vrede en Vriendschap. Het zijn bijbels geïnspireerde woorden die staan voor waarden. Richting gevende principes, beginselen waarmee wij het als gemeenschap willen wagen in deze wereld. En dat is precies ook de waarde van die eerste inspirerende regels van onze Belijdenis 2006: een poging om in niet-dogmatisch-voorschrijvende bewoordingen te vatten welke beginselen ons leven kunnen verdiepen en verheffen. Tezamen met anderen op weg naar Pasen, als deel van een geheel dat ons tegelijk omvat en  mysterie blijft. Dus belijden we, biddend:

‘Dat we rust mogen vinden in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt. Dat we onze bestemming mogen vinden in wakkerheid en verbondenheid met al wat leeft en dat ons bestaan voltooid mag worden door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten. Amen

Gerelateerd