27 maart 2020

Predikant in tijden van Corona

Geschreven door Tjaard Barnard

Het is een gekke tijd, ook voor predikanten. Daarnet ontving ik als deelnemer aan het Pensioenfonds Zorg en Welzijn een prachtig mailtje met als kop: ‘U bent onmisbaar in de strijd tegen het coronavirus’. Nu is dat zeker waar voor al die mensen die met de poten in de klei, of in de maanpakken in de IC, aan het werk zijn. Of in al die aanpalende vakken. Voor een predikant valt het wel mee. Het doet me een beetje denken aan een opmerking die een medestudent eens maakte, toen we bezig waren met een verkorte Klinisch Pastorale Vorming (drie weken oefenen met pastoraat en zelfreflectie daarop in een ziekenhuis). Je kunt het mooiste gesprek hebben met een patiënt in een ziekenhuis over de zoon van God en wat dat allemaal voor ons betekent, maar als God zelf (de medisch specialist) binnenkomt, is het gesprek echt voorbij!

Al het gewone werk wordt in deze dagen uit je handen geslagen. Geen kerkdiensten, geen gesprekskringen en vooral geen huisbezoeken: gesprekken één of één. En laat ik nu net zo’n ouderwetse dorpsdominee zijn die bij alle gemeenteleden in de kaartenbak op bezoek wil komen. Tussen de één keer per week (zorgelijke categorie) en één keer per vier jaar (ook zorgelijk, maar dan op een andere manier…). Dat is wat het predikantschap zo boeiend maakt. Meeleven met mensen in alle fasen van het leven. Pas als je dat doet, krijg je inspiratie voor stukjes in het kerkblad of voor een woord op de kansel.

Maar nu gaat het heel anders. Het predikantschap bestaat vandaag uit veel telefoneren en veel schrijven. We proberen om de paar dagen iets leuks of iets ter overdenking op onze website te zetten. Het kerkBLAD verschijnt nu om de twee weken en niet maar acht keer per jaar. Veel gebeurt per Whatsapp of per Facebook. Terwijl Vernieuwing al een tijdje het toverwoord is binnen de kerken en in het bijzonder in onze Remonstrantse Broederschap, is er nu meer vernieuwing in een paar weken tijd bereikt dan in jaren van vernieuwings- of pioniersplekken!

Ik vind het zelf ook wel een beetje een uitdaging. Hoe kun je er als mensen voor elkaar zijn? Hoe kun je als geloofsgemeenschap wat voorstellen. En zeker als geloofsgemeenschap die geen gemakkelijke antwoorden heeft, die niet gelooft, dat God ons wel hiervan zal redden. We luisteren naar het verstand van de deskundigen. We houden elkaar vast en we wachten intussen tot het over gaat!

Laat ik eerlijk zijn: ik zit in een bevoorrechte positie. De kinderen zijn thuis, niemand is ziek en het is gewoonweg gezellig. Waar ik in normale tijden de neiging heb om drie dagdelen per dag te werken en ook in het weekend, kan dat nu eenvoudig weg niet. Zomaar is er de tijd om de hele avond TV te kijken (ik heb een DVD box met 27 DVD’s uit de kast gehaald en we genieten enorm van de oppervlakkige, maar zeer vermakelijke verhalen van Boston Legal). Verder heb ik het stapeltje boeken ter hand genomen waar je normaliter geen tijd voor lijkt/denkt te hebben. Het is daarmee gek genoeg ook een moment van tot rust te komen, van nieuwe gedachten ontwikkelen.

 

Natuurlijk: dagelijks spreek ik mensen die zich terecht grote zorgen maken. Ik ben nog steeds deelgenoot van de eenzaamheid van mensen, die alleen in hun huis zitten, verstoken van menselijk contact, niet verbonden met het internet. Dat valt dan niet mee. Zeker niet, als je bedenkt dat het vast nog een tijd gaat duren.

Collega Koen Holtzapffel en ik hebben besloten dat we onze digitale aanwezigheid voor een tijdje nu houden zoals die is om ons vooral te richten op juist die mensen die we niet via die weg bereiken. Gelukkig hoeven we dat niet alleen te doen. Want een van de mooie dingen die we meemaken, is dat er velen in de gemeente zijn, die zich aangeboden hebben om contact te hebben met wie dat nodig hebben. Dat leidt weer tot de conclusie dat we, ondanks alles, zijn wat we moeten zijn: een geloofsgemeenschap van mensen die naar elkaar omzien en bij elkaar horen.

 

Gerelateerd