Talen naar Liefde
Geschreven door kerkkantoor25 september, overdenking dr. Koen Holtzapffel, Roze Viering.
Over de verhouding tussen taal en werkelijkheid is al heel wat nagedacht. Volgens sommigen beschrijft taal zo objectief mogelijk wat we zien en voelen. Maar volgens anderen doet taal veel meer. Taal vormt en vervormt onze werkelijkheid en bepaalt zo mede wat we überhaupt te zien krijgen.
De relatie tussen taal en werkelijkheid is dus al lastig, en dat geldt temeer voor de verhouding tussen taal en liefde. We talen naar liefde, we verlangen ernaar, maar hebben we er ook taal voor? En wat drukt die taal dan uit?
Aan welke eisen zou die taal van liefde moeten voldoen?
Huub Oosterhuis maakte ooit onderscheid tussen twee talen. Er is een taal (zie In het voorbijgaan) van klare waarheden, begrippen en formules. Een taal die we dagelijks spreken, over feiten, zijn en zien. Er is ook een taal die spreekt van zin. Minder vaak benut, weerlozer, bescheidener ook. Het is een poëtische taal voor wat eigenlijk niet te verwoorden valt, maar toch gezegd moet worden. Het is een taal van ontroering en extase, van verwondering en dankbaarheid die ons hart verstaat.
Het is duidelijk dat die tweede taal de taal is waarin ook liefde ter sprake komt. Die taal van liefde zou in ieder geval inclusief moeten zijn. In de roze vieringen willen we in navolging van Jezus een taal spreken die mensen niet tot categorieën reduceert. We willen een taal spreken waarin mensen zich thuis voelen, een taal die liefdevol klinkt en verbindt in een wereld vol polarisatie. Tegelijk, hoe meer we ons in een specifieke, een identiteitsgebonden taal thuis voelen, hoe moeilijker het wordt om elkaar te verstaan. We zijn dus met elkaar op zoek naar een taal die én mensen de mogelijkheid geeft zich in hun diepste eigenheid uit te drukken, zonder dat we uiteenvallen in allemaal onze eigen groepstaal die voor anderen niet meer verstaanbaar is. Dat is een opgave en het helpt natuurlijk als we meerdere talen spreken. Niet alleen Frans, Duits, Engels, maar ook de taal van de stilte, van muziek, van aanraking , zo gemist in coronatijd, en van de dans. Juist zulke talen zonder woorden helpen ons om op een andere manier met elkaar te communiceren en ons met elkaar verbonden te voelen.
Die opgave geldt ook de geloofsgemeenschap, de kerk. We proberen hier een laagdrempelige taal te spreken die veel mensen verstaan. Ook wie niet vertrouwd is met de christelijke traditie moet kunnen ervaren waar het hier om gaat. Een taal van liefde in navolging van Jezus. Toch, ook al doen we nog zo ons best, niet iedereen zal die taal kunnen of willen verstaan. Ook onze woorden kunnen naast verbinding scheiding teweeg brengen. Het is goed ons daarvan bewust te zijn en onze woorden zorgvuldig te wegen.
Er groeit gelukkig iets in Nl. Steeds meer Prides, ook in Ede. Prachtig. Ook in de kerken groeit iets, zie de Vlaamse bisschoppen. Maar het is voor hen ook lastig. Zij bieden voor het eerst ruimte voor de zegening van andere dan heteroseksuele relaties. Een doorbraak dus in de katholieke kerk. Omdat volgens kardinaal Jozef de Kesel en de andere Vlaamse bisschoppen regelmatig ‘tijdens pastorale ontmoetingen de vraag gesteld wordt naar een gebedsmoment om God te vragen dit engagement van liefde en trouw te zegenen’. Dat is mooi gezegd en verheugend. Tegelijk wordt door de gebezigde taal en kerkelijke praktijk nadrukkelijk onderscheid gemaakt tussen gebedsmoment en sacramenteel huwelijk. Er is nog een lange weg te gaan.
Besten, het boekje dat ons voor de viering vandaag inspireerde heeft als titel Vele talen, in alles de liefde. In dat boekje passeren veel talen de revue en al die talen worden met liefde verbonden. Beter gezegd, in al die talen spreekt als het goed is de liefde een woordje mee. Anders krijgen die talen iets doods en krachteloos.
Vele talen, in alles de liefde, dat herinnert natuurlijk aan 1 Kor 13. Zowel in de bijbel als bij Karel Eykman lijkt er een tegenstelling tussen taal en liefde te bestaan. Al sprak ik alle talen maar had de liefde niet…. Maar als je beter leest gaat het niet om een tegenstelling maar om een oproep, opnieuw, om een liefdevolle taal te spreken. Met liefde, in welke vorm ook, wordt niet alleen taal maar wordt ons hele leven rijker. Liefde blaast ons nieuw leven in. 1 Kor 13 wordt nog wel eens gelezen als een verwijzing naar de hemelse liefde die op aarde eigenlijk nooit werkelijkheid wordt. Hoogstens in het leven van Jezus. Liefde die nooit afgunstig is en opgeblazen, nooit verbitterd? We weten wel beter. Aardse liefde dekt niet alles toe en gelooft het soms wel. Toch heeft Pls wel degelijk die aardse liefde op het oog. In zijn brief vraagt hij de ruziende Korintiers om eindelijk eens een taal van liefde ipv haat te spreken. Natuurlijk verschillen jullie van elkaar zegt hij. Maar besef dat je ook niet zonder elkaar kunt. Laat in de praktijk van alledag zien dat jullie van Godswege liefde hebben ontvangen, dat liefde geduldig is, tolerant, en niet het eigen ik centraal stelt maar de ander hoger acht dan zichzelf. Zonder liefde ben je nergens, zonder liefde stel je niets voor. En toch blijft het lastig, voor die Korintiers en voor ons: liefde vangen in taal. In een wereld, in een stad Rotterdam waar heel veel talen door elkaar heen klinken. Letterlijk en figuurlijk: open en gesloten, inclusief en exclusief, uitnodigend en afwijzend. Dat het toch kan, een taal spreken die de ander ten goede komt, elkaar verstaan terwijl ieder vogeltje tegelijk zingt zoals het gebekt is, dat bewijst het gedicht Toren van Babel van de Vlaamse dichteres Maud Vanhauwaert. In iedere stad, in elk land blijft het wonder mogelijk: dat ene moment dat je elkaar verstaat door alle taalbarrières heen. Dat moet met liefde te maken hebben… Amen