Kerstmorgen 2024
Geschreven door Koen HoltzapffelOverdenking Kerstochtend 2024
Thema: Onderweg naar Bethlehem
Voorganger Koen Holtzapffel
In de Kersttijd wordt me nog wel eens gevraagd: dominee Koen, weet je nog een goed Kerstverhaal want dat zoek ik voor het kerstdiner. Wellicht herkent u het verzoek. Nu heb ik een flinke stapel kerstverhalen liggen, dus dat komt altijd wel goed en wij mensen leven nu eenmaal van verhalen. Maar, zo vroeg ik me af, wat maakt een verhaal nu tot een goed kerstverhaal, aan wat voor criteria moet het dan voldoen? Iedereen vraagt tegenwoordig alles aan ChatGPT, dus dacht ik: laat ik dit dan eens voorleggen. En ja hoor, binnen 5 sec kreeg ik een lijstje. Een goed kerstverhaal bevat in ieder geval positieve thema’s zoals hoop, liefde, warmte en de vreugde van het geven. De personages in een kerstverhaal moeten herkenbaar zijn en tegelijk een bepaalde ontwikkeling doormaken, bijvoorbeeld van egoïsme naar zelfopoffering. Er zit in zo’n verhaal natuurlijk een vleugje magie en verwondering en als het even kan ook iets van die typische kerstsfeer van buiten sneeuwt het en binnen warmen we ons aan een knapperend haardvuur. Natuurlijk bevat het een levensles, een morele boodschap over vergeving en verzoening en de diepere betekenis van het leven. En op die manier ráákt een goed kerstverhaal je, ontroert, inspireert en roept wellicht bepaalde nostalgische gevoelens bij je op. Charles Dickens schreef met zijn beroemde Christmas Carol natuurlijk het ultieme kerstverhaal dat aan alle genoemde criteria voldoet. En alle kerstfilms en kerstreclames proberen Dickens na te doen. Dus krijgt een wat eenzame oudere op kerstavond plots hartverwarmend bezoek, mag de zwerfhond die steeds buiten moest blijven met kerst toch naar binnen, en bloeit de liefde op tussen een dame en haar nwe buurman, die ze ontmoet heeft bij een bekende drogisterijketen. Kerst staat voor samenzijn, eind goed al goed, een moment van verbindend licht in een verder nogal donkere wereld. Nu voldoet het gedicht van de bijna 80 jarige cabaretier Ivo de Wijs aan al die criteria bepaald niet. Zoals er dit jaar een kerstfilm draait met de titel Dit is geen kerstfilm, zo zou De Wijs’ gedicht de titel kunnen dragen Dit is geen kerstgedicht. En toch is het er een, maar dan zonder Dickens-sfeer en welbehagen. Centraal staat die indringende vraag: is het nog ver naar Bethlehem? Met dat al even duidelijke als pijnlijke antwoord: Ja, ’t is nog ver naar Bethlehem. Er worden in het gedicht beelden opgeroepen die ook dit jaar weer permanent op ons netvlies stonden: beelden van schamele vluchtelingen, oorlogsrampen, hongersnoden en kampen. Ik hoef u de namen niet te noemen, u kent ze allemaal. Verloren Hof van Eden, onmogelijke vrede, zo trekt de mens over de wegen. Ik moest even denken aan het bekende liedje van Jules de Korte, Ik zou wel eens willen weten, met die versregel: En ze zijn al zolang onderweg naar de vrede toe Daarom zijn er de mensen zo moe.
Maar, is het dan alleen kommer en kwel in het gedicht van De Wijs? Nee, zelfs in zijn versregels zit een sprankje hoop. Want tijdens die lange, moeizame tocht naar Bethlehem komen we soms die ezel tegen, met haar, met hem, met Jozef en Maria. De ezel staat hier voor nederigheid, zachtmoedigheid en vrede. En Maria en Jozef staan, als zij dan in Bethlehem aankomen, voor verwondering en blijdschap: juist het onooglijke kleine staat soms voor het ware, het schone en het goede. Loop dus niet, zo de boodschap van De Wijs, achteloos aan deze reizigers voorbij als je ze onderweg in het leven tegenkomt. Groet ze, laat ze toe in je hart en laat je inspireren door wat hen overkwam: de geboorte van het goddelijk licht in hun midden.
En dat brengt me bij het Kerstevangelie zelf. De vraag of dat evangelie wel precies voldoet aan de criteria van een goed kerstverhaal, die vraag laat ik nu rusten. Maar één ding is zeker, de evangelist Lucas weet hoe hij een verhaal moet vertellen en hij weet ook welke boodschap hij zijn hoorders met dit verhaal mee wil geven. Toen en nu.
Het Kerstevangelie begint met ‘In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af’. De keizer zelf zou dat begin vast heel mooi hebben gevonden. Inderdaad, hij is de machtigste man op aarde, de eerste keizer van het grote Romeinse rijk. Zijn legers dwingen de eenheid in het rijk af, de Pax Romana. Dankzij een wereldwijde administratie stromen uit alle landen de belastingen naar de keizerlijke schatkist. Vrede en welvaart dus, maar het is wel de vrede van het zwaard en…wie profiteert er van die welvaart nu het meest? Met die onderliggende, kritische vraag in het achterhoofd wil Lucas niet het verhaal van de machtigste man op aarde vertellen, maar van een mens zonder macht, een onschuldig kind dat juist in zijn kwetsbaarheid een zachte tegenmacht vormt. Daartoe voert Lucas ons weg van het centrum van de macht, de grote stad Rome, naar het kleine plaatsje Bethlehem. Naar twee onbeduidende mensen en een pasgeboren baby in een voederbak. Onaanzienlijker krijg je het niet. En de redding van de wereld, vrede op aarde, ligt nu juist in de handen, de woorden en daden van dit nietig, kwetsbaar kind en niet in de handen van de keizer. Niet de Pax Romana maar de Pax Christi, dat is de ware vrede. Een vrede die niet bevochten kan worden met wapens, rijkdom en geweld, maar alleen met kwetsbaarheid, dienstbaarheid en aandacht voor de geringsten onder ons. Het kerstevangelie vertelt net als Ivo de Wijs wat er niet goed gaat op deze aarde. Het pasgeboren kind wordt in een voederbak gelegd. Beter iets dan niets denk je wellicht. Maar een voederbak is geen plek voor een baby. De engelen zingen in de kerstnacht van een redder die ons geboren is. Maar dan is er dus iets goed fout gegaan op aarde, anders was die redder helemaal niet nodig geweest.
En tegelijk weet Lucas naast het niet-goede ook het goede op te roepen. Naast het donker ook het licht. Ondanks alles is het goede, het licht in de wereld aanwezig. Het is er niet alleen, het blijft er, al moet je soms goed zoeken en net op een andere plek kijken dan je gewend was. Dus nu eens niet in Rome, Brussel of Den Haag, maar in Bethlehem, in het open veld of in je eigen buurt. Het reddende licht is er altijd, maar het is kwetsbaar en breekbaar, als een pasgeboren kind. Zoals alles waar het kindje Jezus en later de volwassen man van Nazareth voor staat kwetsbaar is, teer en o zo klein: vrede, gerechtigheid, liefde. Daarom heeft dat kind, die mens ons nodig: ons verwonderd, biddend stil worden in de kerstnacht, ons doorvertellen van het kerstverhaal, maar bovenal onze imitatio, onze navolging in daden en woorden. Bethlehem en waar het voor staat, vrede, liefde, gerechtigheid, het lijkt vaak zo ver weg. Het is ook nog ver naar Bethlehem. Maar als wij ons door het kind van Bethlehem laten inspireren, dan komt Bethlehem dichterbij. En met Kerst mogen we er al even vertoeven, in de stal, ons hart lavend aan het lichtend beeld van Gods liefde.