Geloven we nog in wonderen?
Preek Linda van der Plaat – uitgesproken op 17 november 2024 – Thema: Geloven we nog in wonderen?
Geliefde gemeente,
In het Bijbelboek Johannes lazen we zojuist het verhaal van een man die 38 jaar verlamd was. Onvoorstelbaar, 38 jaar wachtend op een wonder.
Waar hoop je dan nog op? Wat geeft je dan nog de moed om door te gaan, elke dag opnieuw? Zou u niet moedeloos worden?
Wellicht bevindt u zich op dit moment in een vergelijkbare situatie, een situatie die uitzichtloos lijkt. Een situatie waarin u geen uitweg meer ziet.
Alain Verheij heeft een illustratie uit deze Bijbelpassage op de voorkant van zijn boek ‘de zin van ziekte’ af laten drukken. Deze man in Betzata had alle hoop al opgegeven. Hij geloofde er niet meer in dat hij als eerste het badwater kon bereiken nadat het water ging bewegen. In deze vertaling van de Bijbel staat het niet beschreven, in de Bijbel in Gewone Taal echter lezen we dat een engel van God het water aanraakte en in beweging bracht. Er staat niet beschreven dat iemand de engel ooit gezien heeft. Wel zagen de omstanders dat het water hevig in beroering kwam. Er gebeurde dus duidelijk iets wat niemand kon begrijpen, maar het had wel een verbijsterend effect. De eerstvolgende die daarna het water bereikte en zich onderdompelde werd genezen van diens ziekte of kwaal. Dat is iets bovennatuurlijks, iets wonderlijks.
Ik zag laats een film die ook nog terug te zien is op NPO gemist of Pathé Thuis, het heet “De man uit Rome”. De Italiaanse onderzoekspriester Filippo bezoekt in opdracht van het Vaticaan een dorpje in Limburg. In dit dorp is volgens de dorpsbewoners namelijk een wonder gebeurt. Het Mariabeeld van de 19-jarige Terésa heeft gehuild. Filippo is echter sceptisch en ziet het al zijn missie om wonderen te ontmaskeren. Slechts wat bovennatuurlijk is mag volgens hem een wonder genoemd worden, elke natuurlijke oorzaak dient uitgesloten te worden. Slechts dan erkent Rome het als een wonder. Gaandeweg het lopende onderzoek bemerkt Filippo echter ook dat diep verwonde mensen hoop kunnen putten uit een wonder, al dan niet bovennatuurlijk. Wie is hij, om deze broodnodige hoop de dorpsbewoners te ontnemen? Filippo raakt in verwarring over wat zijn missie en roeping nu precies behelst. En concreter, dient hij nu een open blik te hebben of een gesloten hart? En kunnen zaken die niet noodzakelijkerwijs bovennatuurlijk zijn desondanks toch wonderlijk zijn?
Het thema van deze dienst is “Geloven we nog in wonderen?”
Het woord ‘wonder’ roept vaak beelden op van spectaculaire, bovennatuurlijke gebeurtenissen. Denk bijvoorbeeld aan de wonderen die Jezus verrichtte in het Nieuwe Testament: het veranderen van water in wijn, het genezen van zieken, het opwekken van doden, het lopen over water. Deze gebeurtenissen gaan onze menselijke mogelijkheden te boven en worden gezien als directe daden van God in deze wereld.
Vandaag wil ik met u nadenken over wat een wonder voor ons in deze tijd kan betekenen, waarbij ik de wereld en gebeurtenissen om mij heen met een open houding tegemoet wil treden. Waarbij ik mezelf de vraag stel of er ook andere ervaringen of fenomenen te bedenken zijn die je wonderen kunt noemen. Wat zou dat in mijn leven kunnen betekenen?
Wat ik uit eerder genoemde destilleer is dat het er om gaat hoe je kijkt. Vindt je alles wat om je heen gebeurt een natuurlijk gegeven en is een wonder noodzakelijkerwijs een schending van de natuurwetten? Of kan een wonder ook een ervaring zijn van het goddelijke dat ons leven raakt op manieren die ons bewustzijn en begrip overstijgen en kun je daar de schoonheid en liefde van God in zien? Kunnen wonderen niet ook de kleine, onverwachte momenten zijn waarin we diep geraakt worden door liefde, compassie, of hoop?
De geloofsbelijdenis uit 2006 spreekt hier ook over met de woorden
“Wij beseffen en aanvaarden
dat wij onze rust niet vinden in de zekerheid van wat wij belijden,
maar in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt;”
en (….)
“dat ons bestaan niet voltooid wordt door wie we zijn en wat we hebben,
maar door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten.”
In Betzata gebeurde een wonder – de man die al 38 jaar lang bedlegerig was stond op zijn benen nadat Jezus hem dit bevolen had. “Jezus zei: ‘sta op, pak uw mat op en loop.’” Wellicht hebben sommigen van jullie moeite met een geloof in bovennatuurlijke interventies, maar dat betekent niet dat wonderen zijn verdwenen. In plaats van het bovennatuurlijke te benadrukken en ons daarop te focussen, kunnen we wonderen misschien zien als momenten waarin we het goddelijke in ons eigen leven ervaren: een onverwachte ontmoeting, een moment van diepe vrede in tijden van onrust, een daad van liefde of medemenselijkheid die alles verandert. Wanneer we ons openstellen voor de aanwezigheid van God in het alledaagse kunnen we wonderen om ons heen gaan opmerken.
Geliefde gemeente, waar vinden we wonderen vandaag de dag?
Het feit dat we bestaan, dat we liefhebben, dat we kunnen denken, voelen en verbonden zijn met anderen, is op zich een wonder. In een wereld die vaak wordt gedomineerd door zorgen en problemen, vergeten we soms stil te staan bij de schoonheid en het mysterie van ons bestaan. Het leven, met al zijn vreugden en uitdagingen, is een kostbaar geschenk.
In het bijzonder kunnen we wonderen vinden in onze relaties met anderen. In momenten van liefde, vergeving en verzoening zien we iets van het goddelijke weerspiegeld. Wanneer we zorg dragen voor elkaar, wanneer we in staat zijn om te vergeven, of wanneer we onverwacht troost vinden in moeilijke tijden, ervaren we iets wat misschien wel een wonder genoemd kan worden. Deze wonderen zijn vaak stil en onopvallend, maar ze hebben de kracht om ons leven te veranderen.
De vraag naar wonderen is ook een vraag naar geloof. Wonderen dagen ons uit om te reflecteren op wat we geloven over God, over de wereld, en over onszelf. Geloof in wonderen kan ons helpen om ons bewust te worden van het mysterie dat ons omringt. Het herinnert ons eraan dat we niet alles kunnen controleren of begrijpen, en dat er in het leven dingen gebeuren die onze verwachtingen en onze logica te boven gaan.
Maar het geloof in wonderen kan ook moeilijk zijn, vooral wanneer we geconfronteerd worden met lijden, onrecht en pijn. Waar zijn de wonderen wanneer we ze het meest nodig hebben? Dit is een vraag die velen van ons zullen herkennen, ik ook. In tijden van persoonlijk verlies blijft u wellicht met onbeantwoorde vragen zitten. Toch kan het juist in deze momenten belangrijk zijn om ons open te stellen voor het onverwachte, voor tekenen van hoop en leven, hoe klein ook. Soms zit het wonder in het feit dat we ondanks alles de kracht vinden om door te gaan, om elkaar vast te houden, om te blijven geloven in een betere toekomst.
In deze Remonstrantse gemeente komen we samen als een gemeenschap van mensen die op zoek zijn naar zingeving, naar verbinding met het goddelijke en met elkaar. De gemeenschap zelf kan een plaats zijn waar wonderen gebeuren. Wanneer we samenkomen in gebed, in stilte, in gesprek, en wanneer we elkaar steunen in moeilijke tijden, ervaren we iets van de kracht van gemeenschap. Dit kan een bron van troost en kracht zijn, en soms ervaren we in deze gemeenschappelijke momenten iets dat lijkt op een wonder.
Geliefde gemeente, ik wil afsluiten met een oproep om ons open te stellen voor het wonder van het leven, voor het wonder van gemeenschap, en voor het wonder van geloof. Misschien is het grootste wonder wel dat we, ondanks alle uitdagingen en moeilijkheden, in staat zijn om te blijven hopen, te blijven liefhebben en te blijven geloven. Laten we in die geest van verwondering verder gaan op onze weg.
Amen.