14 maart 2022

Geloven in een godvergeten tijd

Geschreven door Tjaard Barnard

De oorlog is ruim twee weken geleden begonnen in de Oekraïne. Wie goed opgelet heeft, zag het aankomen. Poetin had zich voorbereid. De verhalen werden steeds gekker. Vele diplomatieke pogingen waren tevergeefs. Hoe gek het allemaal was, werd wel het meest herkenbaar aan die belachelijke tafel waaraan Macron door Poetin werd gezet. We lachten het wat weg.

Toen brak de oorlog aan. Zomaar werd een onafhankelijke staat aangevallen. Alles waarin we geloofden, alles waarop we hoopten: vrijheid, beschaving en recht, het kon zomaar terzijde worden geschoven door iemand die slecht, gek, onbetrouwbaar of in elk geval voor ons volkomen onbegrijpelijk was.

En ons hele wereldbeeld viel daarmee aan stukken. Waarop we vertrouwden, bleek waardeloos. En we werden geraakt door een existentiële angst en onzekerheid. Waarop kunnen we vertrouwen, wat is de vaste grond onder onze voeten als dit zomaar kan gebeuren? Poetin schroomde niet om het atoomwapen verbaal in stelling te brengen. Kerncentrales werden opeens tot gevaarlijke pionnen op het internationale schaakveld. En waar wij sinds de val nooit meer nachtmerries hadden gehad over de bom, kreeg het doemdenken weer een plek in ons hoofd. Oudere gemeenteleden spraken me aan over hun herinneringen aan de meidagen van 1940. De Russische bommen deden denken aan Rotterdam 14 mei 1940.

We zien de beelden van de slachtoffers. Vluchtelingen verlaten huis en haard. Het is zo dichtbij dat mensen die we kennen, op pad kunnen om hen bij de grens op te halen. Wat overal ter wereld, ver van ons bed gebeurt, is nu te zien in de achtertuin. We worden geraakt. Trekken de portemonnee en proberen te helpen. En we zijn bang. Want wat moet er nu gebeuren?

Ook in onze kerk worden we opgeroepen om wat te doen. We moeten stelling nemen. We moeten het kwaad aankijken en veroordelen. We moeten de handen uit de mouwen steken. Allemaal heel belangrijk. Maar een spa dieper: wat betekent dit voor ons geloof? Heel concreet: heeft God hier iets mee te maken? Helpt God ons, zegt God iets, zo in het oog met het kwaad?

Natuurlijk: we bidden voor wie vervolgd worden. We bidden voor wie slachtoffer zijn. We bidden om wijsheid voor regeringsleiders. En we bidden misschien ook wel voor degenen die dit kwaad over anderen uitstorten. We bidden. Maar wat gebeurt er dan? Vrijzinnigen zullen niet direct geloven in een hand uit de hemel die reddend zal optreden. Was het maar zo, zou je denken, al beseffen we ook, dat we dan vaak ook zelf met die hand er van langs hadden moeten krijgen.

Nee, we bidden om Gods kracht en Gods aanwezigheid, in de bevende zekerheid dat het toch van mensen moet komen. Dat het in mensenhanden ligt of het goed komt of dat het verkeerd gaat. Tenzij we aandurven te geloven, dat het goed zit op een hoger niveau dan het alledaagse. Als we kunnen geloven, dat we gedragen worden, ook in en wel juist door alle ellende heen. Dat we gedragen worden door onze God, ook als we het niet zien in de wereld om ons heen. Ook als er nog onbeschrijflijk veel leed zal plaatsvinden. Dat God, hoezeer ook nu ver weg, ons vasthoudt. Dat Hij het werk van zijn handen nooit zal loslaten. Ook nu niet.

Gerelateerd