Drie gedichten om de zomer mee in te gaan
Geschreven door Koen HoltzapffelOverweging 30 juni 2024
Voorganger Koen Holtzapffel
De volgende gedichten werden gelezen (terug te vinden op internet)
Martinus Nijhoff Het kind en ik
Wislawa Szymborska Het moment
Nafiss Nia Zonder titel
Overdenking
In veel kerkdiensten , zeker in remonstrantse , worden gedichten geciteerd. Dat is niet voor niets. De bijbel zelf bevat al de nodige poëzie, zie de gelezen teksten uit Job. En ook onze Belijdenis 2006 is van een poëtische schoonheid. Kennelijk nodigt de verwoording van ons geloof uit om daarbij gebruik te maken van poëtische teksten, zowel in bijbelse tijden als nu. Ons geloven heeft gedichten nodig, dichters naast denkers. Geloofstaal is vaak poëtische taal.
Vanuit dat besef nu opnieuw drie gedichten, nadat ik dat eerder vorig jaar deed in de 40 dagen tijd. Ik lees steeds het gedicht, daarna zijn we even stil zodat u ook zelf het gedicht herlezen kunt en wellicht wat eerste gedachten daarbij hebt. Dan volgt een korte overdenking en dan een toepasselijke vrije improvisatie op het orgel. Het zijn gedichten die iets aan de orde stellen dat met de zomertijd te maken heeft, maar zeker niet alleen. Ze zijn ook niet expliciet gelovig of christelijk, maar dat wil niet zeggen dat ze niet met geloof te maken hebben.
Dus: gedicht, stilte, korte overweging, orgelimprovisatie
N.a.v. Gedicht 1
De gedichten van Martinus Nijhoof (1894-1953) staan bekend om hun eenvoudige taal. Soms sleutelde Nijhoff er jarenlang aan om het gedicht zo helder en concreet mogelijk te krijgen. Zo bereikte hij ook bij moeilijke thema’s een groot publiek. Zijn gedichten zijn zo verwoord dat iedereen zich in de behandelde ervaringen kan herkennen. Ook in dit gedicht. Uit vissen gaan, het spiegelende water, het droomgezicht, het verlangen en de nostalgie.
Nijhoff was 40 jr oud en al een bekende dichter toen hij in 1934 zijn derde bundel Nieuwe gedichten publiceerde, incl ‘Het kind en ik’. Hij twijfelde vaak of hij wel de juiste woorden vond om zijn gedachten te verbeelden. Hij vroeg anderen regelmatig om advies, onder wie Simon Vestdijk en ving zo zijn twijfels in de woorden van de poezie.
Het gelezen gedicht reflecteert ook op zijn eigen dichterschap. Het is niet altijd eenvoudig om de juiste woorden te vinden. Het is snel gekunsteld, of clichematig, en dat stemt wanhopig of moedeloos. Helpt kennis van literaire vormen en belezenheid dan, zoals Nijhoff die zeker bezat, of is het ook wel eens een belemmering om je helder en kernachtig uit te drukken?
Tegenover het getob van de volwassen dichter plaatst Nijhoff het kind. Dat is nog puur en ongerept en komt ‘zonder haast en schroom’ tot de mooiste taal en beste poëzie, tot ‘al wat ik nog te schrijven droom’. Helaas, de afstand tussen de volwassene en het kind is op een bepaalde manier onoverbrugbaar geworden. Terugkeren naar de zuiverheid, de naïviteit en de kinderdromen van de jeugd is simpelweg onmogelijk. Maar wat dan wel?
Het gedicht geeft in alle bescheidenheid een antwoord. Aan het eind van het gedicht klinkt de dichter minder moedeloos dan aan het begin. De ‘gedachtenvisserij’ leidde weliswaar tot de kloof tussen jeugd en volwassenheid, maar die visserij brengt ook troost: ‘al wat ik nog te schrijven droom’ maakt eigenlijk al deel van hem uit. Het zit er al van kinds afaan, van binnen. De dichter hoeft het alleen nog maar tevoorschijn te halen.
Al wat ik nog te spreken of schrijven droom zit ook al in me. Het is een kwestie van concentratie, stilte, goed luisteren naar je innerlijke stem om zulke gedachten te horen en dan ook uit te durven spreken of op te schrijven. Durven we het kind in onszelf weer te laten spreken, te laten dromen, te laten liefhebben en te ver- en bewonderen? Ik denk dat Jezus zoiets heeft bedoelt toen hij de kinderen uitnodigde tot hem te komen en toen hij de omstanders vroeg opnieuw te worden als een kind.
N.a.v. Gedicht 2
De Poolse dichteres en Nobelprijswinnaar Szymborska (1923-2012) wordt misschien iets minder geciteerd dan vroeger, maar haar gedichten blijven zeer de moeite van het lezen en overdenken waard. Ze wilde graag een onopvallend leven leiden en uiting geven aan de verwondering waarmee ze het leven bezag. Onafhankelijk, relativerend, humorvol. Met een onbevangen toon bespreekt ze de grote thema’s van het leven, de ziel, de wereld, de eeuwigheid. Ze begint haar gedichten vaak met regels als: Het ziet er naar uit dat, of Naar het schijnt. Szymborska’s universele gedachten zijn daarbij altijd gekoppeld aan een alledaags gegeven, een concrete ontmoeting, een bericht uit de krant of een voorval uit haar eigen leven.
Dat is ook terug te vinden in het gedicht Het moment. Het gaat over het hier en nu, negen uur dertig lokale tijd, dat alleen al duidt op een andere omgeving dan waar de dichteres zich normaal bevindt. Is het een vakantieadres? Alles is goed zoals het is, in harmonie. Vredig. De kleine beek is de kleine beek, niet meer en niet minder. Begrijpelijk dat de dichteres aan het eind van het gedicht vraagt, bidt bijna: ga niet voorbij, laat het altijd zo blijven als het is. In dit zuivere ogenblik.
Tegelijk weet ze natuurlijk ook dat het moment weer voorbij gaat. Het blijft niet zoals het nu om 9.30 is. Troostend is dan de gedachte dat Het moment mee opgenomen is in een eindeloos lange geschiedenis. Ook dat moment van voorbeeldige harmonie is opgenomen in de tijd. Grote geologische tijdsperiodes waren hier, het Cambrium en Siluur. Zeeën gingen ook hier eens tekeer, inclusief grommende rotsen, hoog opgestapelde afgronden, nachten in vlammen, dagen in donkere kluwens. En ook toen, lang geleden waren er toch die momenten van harmonie. Al was er wellicht nog geen mens om dat moment te ervaren, te benoemen en tegen beter weten in vast te willen houden.
Het moment als zuiver ogenblik. Wat is voor u een betekenisvol moment in uw leven, vroeger of nu? Die vraag roept het gedicht natuurlijk op en ik hoop dat u daar na deze dienst nog eens over nadenkt. Dat u terugdenkt aan een moment dat uw leven verrijkte.
Wat voor mij een betekenisvol moment is? Vorige week verbleef ik met een van mijn kinderen in het klooster Maria Toevlucht bij Zundert, overigens op verzoek. Nieuwsgierig geworden omdat pa wel vaker met een groep uit deze gemeente op kloosterweekend gaat. Ook onder u zijn er die dan mee gaan.
Het kloosterbezoek was in meerdere opzichten betekenisvol moment. Je leeft in een prachtige omgeving naar het moment. Regelmatig klinkt de bel van de kloosterkerk. Je moet nu naar de dienst komen, de ochtendviering, de vespers, de completen. Je leeft in het harmonieuze hier en nu en tegelijk weet je je op dat moment deel van een oeroud ritueel . Eeuwen lang wordt dat ritueel al uitgevoerd en ook de komende eeuwen zal het door gaan, in welke vorm dan ook.
De combinatie van harmonie hier en nu, met een goede bekende in een prachtige omgeving, en het gevoel dat je even opgenomen bent in een eeuwenoud ritueel dat altijd door gaat, dat maakt in ieder geval voor mij een moment betekenisvol.
En ja, Ik hoop zeer dat we ook hier met elkaar als geloofsgemeenschap betekenisvolle momenten beleven. Door te luisteren naar bijbelverhalen in verbinding met ons eigen levensverhaal, door te zingen, door stil te zijn of door samen te bidden. Het heeft alles te maken met concentratie, aandacht, stil worden, je openen voor de wereld om je heen en in jezelf, je openen voor het goddelijke , voor God. De vrome monniken van Maria Toevlucht in Zundert helpen je daarbij. Maar ook een gedicht over Het moment van Wislawa Szymborska..
N.a.v. Gedicht 3
Onbekend, van Iraans Nederlandse afkomst is Nafiss Nia denk ik. Naast dichter is ze ook filmmaker en journalist. 26 woorden voor schoonheid is de titel van haar derde bundel en die titel herinnert aan het grote belang van schoonheid in de Perzische maar ook in de islamitische literatuur en poëzie. Haar gedichten reflecteren het leven in / tussen twee culturen, ontworteling van je eigen historische grond en wortelschieten in nieuwe grond. In het gelezen gedicht dat begint met weggaan is een gok klinkt niet alleen een gezellige zomervakantie mee, maar klinkt ook een persoonlijke tocht mee van het oude naar het nwe vaderland. Was het een vluchtroute? Zeker ook dan is weggaan een gok. Wie weet of je het overleeft en ergens welkom bent.
Haar gedicht is echter universeler, ook wie gewoon op reis gaat herkent er iets in, de gok van het weggaan. Hoe zal het aan de overzijde zijn, voldoet het aan mijn verwachtingen, wie tref ik daar?
Ook spirituele leiders gaan op weg, zijn op weg, weggetrokken van hun geboortegrond. Abraham Mozes, Boeddha, Mohammed. Ze kiezen voor het onderweg zijn, voor onafhankelijkheid, boven stabiliteit en een vertrouwd en veilig thuis. Door te vertrekken , de gok van het op stap gaan te wagen, geven zij gehoor aan hun innerlijke stem, of is het Gods roep die lonkt. Neem uw tent op ga op reis, zoals we in het slotlied zullen zingen. Ook Jezus gaat op reis, weg uit Nazareth, om uiteindelijk na de nodige omzwervingen uit te komen in Jeruzalem. De vossen hebben holen, de mensen weten heg noch steg, zijn altijd naar hun huis op weg. Jezus gaat waarheen hij wordt uitgenodigd, waar hij gehoor vindt voor zijn boodschap van Gods nieuwe wereld. Ook Jezus leerlingen trekken weg, verder, Paulus bereist zelfs de antieke wereld tot Athene en Rome aan toe.
Wegtrekken is een gok, niet altijd fijn, maar in de zomer trekken we er massaal op uit om positieve ervaringen op te doen, bij te komen, andere indrukken te krijgen, frisse ontmoetingen aan te gaan met een wereld die ons noch qua mens, noch qua natuur en cultuur vertrouwd is. Of we wandelen spiritueel langs de oude gelaagde wegen van de Camino. Prachtige vergezichten koppelen zich daar aan diepe spirituele inzichten. Verwerking van wat in het verleden is geschied verbindt zich met een openbrekende toekomst. Hier is ons verstand minder dominant dan gewoonlijk en wordt spiritueel wandelen misschien wel wandelen met God, of wandelen in het spoor van de weg die God ons wijst.
Ja, Op weg gaan is en blijft altijd ook een gok, een geloof. Maar, weggaan is ook jij en ik, het einde van een lang uitgestelde groet, het geluk dat op tijd binnenglipt en niet weggaat wanneer iedereen gaat.