De Ster van Bethlehem
Geschreven door Koen HoltzapffelOverdenking De Ster van Bethlehem. Kerstnacht 24 december 2023
Voorganger Koen Holtzapffel
In het donkere oorlogsjaar 1941 kreeg een bekende Nederlandse dichter het verzoek om een Kerstspel voor vrijzinnige jongeren te schrijven. Die dichter was Martinus Nijhoff, bekend van moeilijke gedichten als Awater, maar ook van beroemde dichtregels als ‘Lees maar er staat niet wat er staat’ en ‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien’. Nijhoff was vereerd met de opdracht en zeker ook geìnspireerd. Religieus opgevoed door zijn moeder die bij het Leger des Heils zat kende hij het Kerstevangelie goed. Maar zelf een Kerstspel schrijven, en dat in oorlogstijd, dat bleek een enorme opgave. De dichter worstelde op verschillende manieren met het Kerstverhaal. Herkenbaar voor iedere voorganger die een Kerstpreek moet schrijven. Nijhoff worstelde met de taal. Die moest dichterlijk wezen want dichtregels doen het goed met Kerst. Je hebt poëzie nodig om het wonder van de Kerstnacht in taal te vatten. De taal van het Kerstverhaal is niet een letterlijke taal van feiten en cijfers maar een beeldende taal van stilte en verwondering, een taal van liefde. Inderdaad, lees maar, er staat niet wat er staat. Of beter, Er staat meer dan er op het eerste gezicht lijkt te staan. Alleen die dichterlijke taal is geschikt om het Kerstevangelie zo te laten klinken dat het toegang krijgt tot ons hart. Nijhoff worstelde naast taal en vorm ook met de inhoud van het Kerstevangelie. Hij wilde in oorlogstijd per se niet een al te lieflijk, zoet-romantisch kerstspel schrijven. De worsteling met het kwaad, de eeuwige strijd tussen goed en kwaad in de wereld moest een plaats krijgen. Daarom heeft Herodes een prominente plek gekregen in Nijhoffs Kerstspel met titel De Ster van Bethlehem. Koning Herodes worstelt met het kwaad dat hij ook zelf belichaamt. Ik citeer:
‘Herodes peinst in zijn paleis. Onaangeroerd blijft daar de avondspijs. Ach onbegrijpelijkerwijs verzuimt hij het hoofd op te heffen. Zo kan geen straal der goede ster hem treffen.’
Herodes is bij Nijhoff een tragische figuur in wie het verkeerde voortwoekert vanwege zijn angst voor machtsverlies. Tot slot worstelde Nijhoff ook met de vraag: hoe kan ik het oude verhaal zo vertellen dat het hier en nu betekenis krijgt? Dat ook de hoorder van nu aangetrokken wordt door het licht van Gods ster te Bethlehem en zelf op reis gaat naar de stal. Zoals eens de herders en de wijzen uit het oosten. Hoe wordt de hoorder zelf deel van de plot, herder, schaap, koning, engel, ezel. Dit in willekeurige volgorde. Iedereen die zelf wel eens meegespeeld heeft in een Kerstspel begrijpt wat Nijhoff bedoelde. Meespelen is de mooiste manier van het je toeëigenen van het verhaal en de boodschap echt navoelen.
Overigens zwoegde Nijhoff tot het laatste moment voort aan zijn Kerstspel. Tweede Kerstdag 1941 werd het voor het eerst opgevoerd en nog vele malen nadien tot de Hongerwinter aan toe.
Daarbij werden elementen uit beide Kerstevangeliën, én dat van Matteüs én dat van Lucas met elkaar verbonden. Alsof beide evangelisten een soort taakverdeling hadden afgesproken: doe jij Lucas de herders en de stal, dan doe ik Mattheus de wijzen uit het oosten en de ster. Want ook Lucas en Matteüs gingen al op creatieve wijze om met het bericht dat Jezus geboren was. Alleen zó blijft de boodschap van Jezus’ leven levend en levendig.
De ster van Bethlehem gaf spelers en toeschouwers steun in donkere dagen. Dat is duidelijk. Door de ster geleid werden ze enige momenten opgetild uit hun zorgelijk bestaan. Hun verlangen naar een lichter bestaan, hun hoop op een vrediger toekomst werd in het Kerstspel verwoord. Zoals een van de hoofdrolspelers later zei: in alle somberheid van die tijd, de zorgen en gevaren, schonk De Ster van Bethlehem hoop en houvast. Gewapend met een primitieve zaklantaarn waren we door een verduisterde stad niet alleen op weg naar een repetitielokaal maar waren we ook op weg naar een betere wereld. Op die manier werkte het Kerstverhaal zelf als een Ster van Bethlehem. Bood het troost in tijden van verdriet, gaf het richting in tijden van onzekerheid en gaf het moed en hoop in tijden van geweld en wanhoop. Een lichtend orientatiepunt in het donker, glow in the dark.
De grote vraag is vervolgens: kan het Kerstevangelie wat het toen en daar bewerkstelligde ook hier en nu tot stand brengen? In Bethlehem, in Gaza, in Charkiv en op al die andere plekken van oorlogsgeweld en leed. En, kan het ook bij ons in Nl iets bewerkstelligen? Wij verkeren in Nl niet in staat van oorlog maar het is wel donker om ons heen. Geen wijzen uit het oosten maar oorlog in het oosten. Het Oosten van Europa en het Midden Oosten. In Nl geen oorlog maar wel polarisatie, bestaansonzekerheid, desorientatie, wantrouwen en somberheid over de toekomst. Zal er ooit een vrediger, duurzamer en rechtvaardiger wereld komen?
Indringende vragen waar we met Kerst niet even luchtigjes overheen kunnen stappen, voor ons antwoord vluchtend in zoete kerstromantiek. Maar juist in zulke tijden is ook het verlangen naar een verbindend verhaal des te sterker. Een verhaal over licht, vrede en liefde. Het Kerstevangelie bevat het allemaal. Ook nu kan het troost bieden, richting geven en ons inspireren om op weg te gaan. Maar dan moeten we het verhaal wel blijven lezen en doorvertellen. Dan moeten we het wel creatief op onszelf blijven betrekken en het controversiële ervan niet vergeten. Dat de ware koning niet in een paleis als in The Crown maar in een voederbak geboren wordt omdat er voor hem en zijn ouders geen plaats is in het nachtverblijf van de stad. Dat herders in het veld en niet koning Herodes of de keizer te Rome de goede boodschap als eersten te horen krijgen.
Ja, Dat de redder van de wereld, de Messias, niet een koning, keizer, admiraal is maar een onschuldig pasgeboren kind, gewikkeld in een doek. Het is een verhaal in een taal van liefde, stilte en verwondering die niet zo vaak gesproken wordt, eerder weersproken, en alleen al daarom weerbarstig en controversieel. Maar in de Kerstnacht worden we uitgenodigd om het uitgerekend met dat verhaal, het Kerstevangelie te wagen. Ons te openen voor iets dat ons overstijgt en ons van buitenaf wordt aangereikt, zoals het eens de herders en de wijzen werd aangereikt. Met dat verhaal mogen we creatief in gesprek blijven en er zelf onderdeel van worden. Alleen zo kan het verhaal verbindend blijven werken en ook nu troost bieden en perspectief geven. Als een Ster van Bethlehem, zichtbaar teken van hoop en verlangen dat hemel en aarde met elkaar verbindt bij de geboorte van dit Kind. Zoon ons gegeven, Vader voor eeuwig, Koning van de vrede.
Voor dat Kind knielen en zingen we vanavond, voor de boodschap van zijn latere leven openen we ons hart. Zijn we samen stil, verwonderen ons en pogen de zachte verbindende krachten in onszelf en om ons heen te bevorderen, want: Ster van Bethlehem, Dunne draad van licht en leven, voer ons naar heelheid, die de aarde van gebrokenheid bevrijdt. Amen
Litt Biografie en Kerstspel Martinus Nijhoff