In de seizoenen der jaren
Geschreven door Koen HoltzapffelDe oogst is overal van het land gehaald, maar in de kerk wordt er nog wat langer geoogst. De traditionele dankdag voor gewas en arbeid valt begin november. Ook op de laatste zondag van het kerkelijk jaar, de zondag voor Eerste Advent, speelt het thema van de oogst een rol. Wat hebben al onze individuele of gezamenlijke inspanningen opgeleverd? Heeft wat we gezaaid hebben vrucht gedragen?
Het Bijbelse beeld van de zaaier, die uitgaat om te zaaien (Marcus 4: 3-9), geeft ons bij de overpeinzing van die vraag troostrijke gedachten mee. Kunnen we wel zo precies aangeven wat de vrucht is van onze inspanningen? Duizenden jaren al gaan zaaiers uit om te zaaien, te maaien en te oogsten. Zij doen wat hun hand te doen vindt (Prediker 9: 10).
Zelfs in coronatijd gaan ze door, als klein deeltje van een groter bezield verband. Een deel van het uitgestrooide zaad verwaait in de wind of valt in onvruchtbare bodem. Het levert niets op. Zoals ook onze arbeid lang niet altijd oplevert wat we ervan verwachten. Maar…, is alles voor niets geweest? Misschien verwachtten we teveel of keken we de verkeerde kant op. Wie weet van tevoren precies welk zaad goede vrucht draagt?
Sowieso kun je het leven niet alleen in termen van opbrengst, rendement bezien. Het leven is óók een geschenk dat in zichzelf goed is. En ondanks tegenslag en mislukking breken er op een dag kleine puntjes van jonge halmen door de stenige aardkorst heen.
Zo gaat dat als men zaait. Geen zaaier kan ooit uit zaaien gaan, geen mens ooit leven, als er niet vertrouwen bestaat dat het gezaaide eens vrucht zal dragen. Wat de opbrengst van onze levenslange inspanningen is, valt niet exact te becijferen. Maar of het nu in mensenogen belangrijk of onbeduidend is, het draagt bij. In Gods ogen tellen al onze inspanningen mee en worden ze gebruikt voor de grote oogst. De verwachting van die oogst, dat is het bredere perspectief van waaruit we mogen leven.
(Liedboek 765)