13 november 2023

Erasmus en de 5 Remonstrantse V’s : vrijheid, verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid, vrede en vriendschap

Geschreven door Koen Holtzapffel

Zondag 12 november 2023

Thema: Erasmus (1466?-1536)  en de 5 remonstrantse V’s, met muziek uit de Renaissance

Koen Holtzapffel (voorganger) en Jos van der Kooy (orgel’

Inleidende woorden:

De Erasmusdag is achter de rug, daar gaan we niet op terugblikken.

Wel is het mooi Erasmus en de remonstranten nogmaals te verbinden aan de hand van het boekje dat verscheen bij 400 jaar Remonstranten: de 5 artikelen van de remonstranten vertaald in vijf kernwoorden, 5 V’s:

Vrijheid, verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid,vrede en vriendschap.

Vijf korte bijbelteksten, vijf korte overwegingen, steeds afgesloten met door Jos vd Kooy zorgvuldig uitgekozen muziek, uit de tijd van de Renaissance, de tijd van Erasmus en wat later ook van de remonstranten.

En het is aardig daarbij te vermelden dat in 1986, bij de herdenking van de 450e sterfdag van E, in deze onze kerk een concert heeft plaatsgevonden met als thema: Erasmus en de (Renaissance) muziek.

Vrijheid

Lezen: Tekst: Galaten 5: 13-15

Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen maar dien elkaar in liefde. Want de hele wet is vervuld in één uitspraak: heb uw naaste lief als uzelf. Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden. Misbruik de vrijheid dus niet maar dien elkaar in  liefde.

Eenheid in het nodige , vrijheid in het onzekere, in alles de liefde. In die bekende spreuk die ook ons kerkgebouw siert is vrijheid een van de centrale noties. Het is de vrijheid om jezelf te mogen zijn, je eigen toekomst uit te kunnen stippelen, en vooral ook zelf te beslissen wat je wel en niet gelooft. Vrijheid is in onze context de mogelijkheid tot het hebben van een eigen niet door anderen opgedrongen overtuiging op godsdienstig gebied. Het is ook de vrijheid om je niet door de traditie , door een vaste belijdenis te laten voorschrijven hoe je e.e.a. moet zien. Je bent vrij om zelf een spoor te volgen dat jouw geweten je ingeeft. Een spoor dat ook samenhangt met jouw levenservaring, jouw beleving van de wereld en jouw ontmoetingen met de ander en het goddelijke.

Zowel voor E als de remonstranten betekende vrijheid ook vrijheid van onderzoek, vrijheid om de bijbelteksten kritisch te bestuderen en niet alles wat er in de bijbel staat voor zoete koek te slikken.

Vrij ben je dus, maar gebruik die vrijheid dan ook goed. Naast vrijheid in het onzekere is er ook zoiets als eenheid in het nodige. En naast negatieve vrijheid, het afschudden van, het je bevrijden van alles wat jou belemmert om echt vrij te zijn is er ook de vraag: hoe gebruik je die jou geschonken, die door jou bevochten vrijheid dan?  Hoe komt die vrijheid niet alleen mijzelf maar ook anderen ten goede. Geniet van de vrijheid maar misbruik haar niet.   

Laat het een vrijheid zijn die anderen ten goede komt. Precies dat is de vrijheid   waarmee Chr ons heeft vrijgemaakt.

Luisteren we nu naar: drie dansen van uit het Tabulatuur boek van Jan van Lublin (Polen, eerste helft 16e eeuw)

Verdraagzaamheid

Lezen: Pls Romeinen 14: 1-3

De meesten van jullie geloven dat christenen alles mogen eten. Maar sommign hebben niet zo’n sterk geloof. Zij geloven dat christenen geen omnrein vlees mogen eten. Zorg ervoor dat ook die mensen welkom zijn als jullie bij elkaar komen. Maak geen ruzie over dat soort verschillen. Geloof je dat je alles mag eten? Prima. Maar denk niet dat je beter bent dan iemand die geen vlees eet. Geloof je dat je geen onrein vlees mag eten? Prima. Maar zeg niet dat het verkeerd is als een ander dat wel doet. Want bij God zijn jullie allebei welkom.   


Dat naast vrijheid verdraagzaamheid een van de kernwaarden van de remonstranten is zal niemand verbazen. De vroege remonstranten waren het slachtoffer van onverdraagz, en sindsdien roepen zij op tot verdraagz. Eerst inzake geloofsovertuigingen, later ook op allerlei andere gebieden zoals seksuele geaardheid. Zij zagen E daarbij als vb, die in zijn tijd ook al pleitte voor een vorm van verdraagz.  Concentreer je op het essentiële, maak geen ruzie over details. 

Nu zit in verdraagz het woord verdragen. Dat heeft iets negatiefs. Je verdraagt de opvattingen van een ander. Je draagt de last ervan. Je bent het er totaal niet mee eens, maar je staat toe dat de ander een van jou afwijkende opvatting heeft. Tegenwoordig zien we verdraagz positiever: als een deugd. Die deugd heeft te maken met het je kunnen verplaatsen in een ander.

Het is precies waarop Arminius doelde in zijn bekende rectoraatsrede te Leiden in 1606. In een godsdienstig zeer gepolariseerd klimaat beval hij het volgende aan:

Laten we onszelf eens verplaatsen in de positie van een tegenstander, en laat hem op zijn beurt onze kenmerken overnemen. We zouden dan wel eens tot het inzicht kunnen komen dat juist de persoon van wie we dachten dat hij dwaalde, ons door God gegeven is opdat wij uit  diens mond waarheden leren kennen die ons tot nu toe onbekend waren.

Een uiterst actueel advies uit 1606 voor een ook nu gepolariseerd klimaat. Verplaats je in de ander, ik zou zeggen, probeer het eens. Conform ons beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid. Wellicht verrijkt het u.

Luisteren we nu naar: Benedictus qui venit  Josquin Des Prez (c. 1450-1521)

Verantwoordelijkheid

Lezen een korte rabbijnse vertelling: ‘Waarom zo vroeg iemand aan rabbi Akiba, laat God toch vaak zo weinig van zich horen? De rabbi antwoordde: Omdat je dan zou kunnen denke  dat God wel voor ons doet wat wij zelf zouden moeten doen. Je moet leven zo zei de rabbi, alsof God helemaal niet bestaat. Als er dan geholpen moet worden, dan moet je maar denken dat jij de enige op heel de wereld bent die dat kan.’

Vrijheid en verdraagzaamheid zijn remonstr dierbaar. Als het gaat om het geloofsleven, als het gaat om het samenleven. Maar daar hoort ook verantwoordelijkheid bij. Voor elkaar, voor de geloofsgemeensch, voor de wereld en het milieu. Wat minder vrijheidspathos, wat meer verantwoordelijkheidsbesef. Verantwoordelijkheid wordt vaak individualistisch uitgelegd: jij bent verantwoordelijk voor je eigen succes, voor je eigen geluk, en als dat niet lukt ben alleen jij daarvoor verantwoordelijk. Maar kun je dat wel zo zeggen? En…, ben je niet medeverantwoordelijk voor het welzijn van anderen? Kan een samenleving wel functioneren als iedereen zich alleen verantwoordelijk voelt voor z’n eigen leven en de andere kant opkijkt als het een ander betreft? De bijbel gelooft daar in ieder geval niets van. Geen ik zonder wij, ieder is ook verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van het geheel. Autonomie in verbondenheid. Bij verantw hoort een zekere mate van vrijheid, een eigen vrije wil, om eigen afwegingen te kunnen maken. En je zult je ook moeten verantwoorden voor de wijze waarop jij met de jou toevertrouwde verantwoordelijkheid bent omgegaan. Erasmus keerde zich tegen Luther, Arminius tegen Gomarus, omdat zij vonden dat de strenge predestinatieleer de mens alle morele verantwoordelijkheid ontnam.  

Albert Schweitzer noemt zijn ethiek vaneerbied voor het leven een tot in het oneindige verbrede verantw voor al wat leeft. Ga er maar aan staan. En bij Emmanuel Levinas vallen geloof en verantw bijkans samen. Godsdienst is verantwoordelijkheid voor je medemens en God neemt die nooit van je af.

Vrijheid en verdraagz dus nooit zonder verantw. Het is mooi dat wij ons verantw kunnen voelen en antwoord kunnen geven op wat iemand of iets in een specifieke situatie van ons vraagt.

Je moet leven zo zei de rabbi, alsof God helemaal niet bestaat. Als er dan geholpen moet worden, dan moet je maar denken dat jij de enige op heel de wereld bent die dat kan.

Luisteren we naar : Ground  Uppon la mi re   toegeschreven aan Thomas Preston (overleden c. 1563)

Vrede

Lezen Filippenzen 4: 8 en 9

Ten slotte, broeders en zusters, schenk  aandacht aan alles wat waar is, edel , rechtvaardig, zuiver, alles wat lieflijk is, eervol, kortom alles wat deugdzaam is en lof verdient. Doe alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het, en de God van de vrede zal met u zijn.

Over actualiteit gesproken. Geen groter verlangen dan het verlangen naar vrede, vooruit, in ieder geval een staakt het vuren. Maar, zo Filippenzen: Geen vrede zonder inspanning, juist in tijden dat de spanningen zo groot zijn en er overal haat is en geweld. Geen vrede ook zonder gerechtigheid en erkenning van elkaars pijn en verdriet. Alleen dan zal de God van de vrede met ons kunnen zijn.

In onze kerk wordt de vrede verbeeld door de marmeren mozaiekvloer in het voorportaal aan de Westersingel: twee naar elkaar toegebogen palmtakken. En als er iemand streed tegen oorlog en voor vrede dan is het E wel geweest. Bekend is zijn commentaar op de spreuk: de oorlog is alleen zoet voor wie hem niet kent. Ook schreef hij de Klacht van de Vrede. Een aanklacht tegen de oorlog, overigens zonder dat E volkomen pacifist was. Soms moest je je helaas verdedigen tegen gewapende aanvallen. Maar de wijze waarop oorlogen in zijn tijd werden gevoerd en het feit dat daarbij christenen betrokken waren, het vervulde Erasmus met afschuw. In oorlogen tonen mensen zich vele malen slechter dan hun medeschepselen, terwijl ze nu juist alles zouden moeten doen om oorlog te vermijden. Niets is namelijk, ik citeer ‘goddelozer, rampzaliger of funester; niets hardnekkiger, walgelijker of in elk opzicht onwaardiger voor de mens, om niet te zeggen voor een christen. Toch is het verbazingwekkend hoe men zich vandaag in de oorlog stort. En dat geldt dan niet alleen voor jongeren zonder ervaring, maar ook voor ouderen die het al zo vaak hebben meegemaakt en beter zouden moeten weten.’ En dat terwijl juist Christus gebood om elkaar lief te hebben en hij zijn volgelingen zegende met het symbool van de vrede.  Ieder die zegt Jezus als inspiratiebron te hebben  die moet zich te allen tijde en overal met hart en ziel inzetten voor de vrede. Dat we in tijden van oorlog de passie voor de vrede hoog blijven houden:   ‘Geef vrede Heer geef vrede, Gij die de vrede zijt, die voor ons hebt geleden, gestreden onze strijd, opdat wij zouden leven bevrijd van angst en pijn (…) en (zelf) vredestichters zijn.’ (gez 1010)                                                                 

Muziek: Rejoice in the Lord always uit het Mulliner Book (c. 1545)

Vriendschap

Lezen Johannes 15: 14 en 15 Jezus tot zijn leerlingen: Ik noem jullie mijn vrienden als jullie doen wat ik van je vraag. Ik noem jullie niet langer dienaren, ik noem jullie vrienden. Want dienaren weten niet alles van hun heer. Maar aan jullie heb ik alles bekendgemaakt wat ik van mijn Vader heb gehoord. Ik noem jullie mijn vrienden.

In het boekje met de 5 V’s gaat het over vriendschap als vertaling van het begrip broederschap, Rem Broederschap. Een tikje ouderwets, ik geef het toe. Maar ook vriendschap heeft oude papieren. De bijbel roemt de vriendschap tussen de onafscheidelijke David en Jonathan en Jezus noemt tijdens het laatste avondmaal zijn leerlingen vrienden. Anders dan dienaren weten vrienden veel van elkaar. Jezus verwacht dan ook iets van zijn vrienden: dat zij na Jezus’ verscheiden zullen doen wat hij van hen heeft gevraagd en wat hij heeft voorgeleefd. Juist dan, als hij er zelf niet meer is.                                Vrienden komen bij elkaar op bezoek en delen de maaltijd in wederzijdse gastvrijheid. Ook Erasmus roemde de vriendschap: het is iets heiligs, welke koopwaar is zo kostbaar dat hij vergelijkbaar is met een echte vriend?                  Bij die vriendschappen speelde ook voor Erasmus de gastvrijheid van de gezamenlijke maaltijd een belangrijke rol. Aangenaam gezelschap, een pittige dialoog, een eenvoudige doch voedzame maaltijd met een glas wijn, E tekende er voor. Waarbij hij wel hoopte dat de tafelgasten een beetje op hun manieren zouden letten: ik citeer: ‘Drinken of praten met je mond vol is niet beleefd en ook niet veilig. Af en toe moet je het eten onderbreken met een verhaal. Sommige mensen blijven zonder ophouden eten of drinken, niet omdat ze honger of dorst hebben, maar omdat ze anders geen raad weten met hun houding. Ze gaan aan hun hoofd krabben, aan hun tanden peuteren of met hun handen zwaaien; ze spelen met hun mes, kuchen, schrapen hun keel of spuwen.’ Dat dus allemaal liever niet. Laat het ook onder vrienden toegaan zoals de tafeletiquette het bedoeld heeft. Dan glanst de vriendschap des te meer.

Met vrienden deel je ervaringen, schep je een sfeer van vertrouwelijkheid die voor collega’s meestal niet is weggelegd. Naarmate je ouder wordt ga je oude vrienden extra waarderen. Je deelt met hen iets dat je met niemand anders kunt delen. Oude schoolherinneringen, vakantieherinneringen van lang geleden, hoogte en dieptepunten kortom die de levensloop van jou en je vrienden mee hebben bepaald. Koester ze dus, vriendschappen, broeder en zusterschappen. Met een beetje geluk gaan ze een leven lang mee. Een beter en completer mens word je ervan.

Luisteren we naar: Mit ganczem Willen wünsch ich dir uit Fundamentum Organisandi (1452) Conrad Paumann (overleden 1473)

Gerelateerd