Godsontmoeting in de Lijdenstijd
Geschreven door Koen HoltzapffelOverdenking dr. Koen Holtzapffel
Gelezen werd Ex 3:1-15 en het volgende gedicht van Marjolijn van Heemstra
Als Mozes had doorgevraagd (2010)
Moest ik mijn land verlaten: ik zou blijven.
Stond mijn stad in brand: ik draaide om.
Moest ik mijn kind offeren: ik weigerde.
Zolang jij je niet laat kennen houd ik
benen op de grond, armen om het kind.
Mij scheep je bij geen bramenstruik af
met ‘ik ben die ik ben’, een kleine vlam, een donderstem.
Mozes was iemand van zijn tijd: dankbaar voor het leven,
bang om door te vragen en ook: een man,
die vragen niet zoveel.
Ik was blijven staan bij die struik tot je verscheen.
Geen smoesjes van doeken voor ogen omdat je straling te fel.
Mozes was brandgloed gewend, ik tl.
Kom maar op, zou ik zeggen. Zeg ik nu: Kom maar op.
Als niet Mozes, maar ik bij Horeb had gestaan ging het zo:
ik: Wie ben je?
jij: Ik ben die ik ben.
ik: Ik ook.
jij: Ja, jij ook.
Dan had ik je aangeraakt en jij mij.
Was de Bijbel geen boek, maar een omhelzing.
Overdenking:
Ontmoetingen spelen een belangrijke rol in ons leven. Dagelijks komen wij anderen tegen en anderen komen ons tegen. Intensief of oppervlakkig, positief of negatief. Sommige ontmoetingen zijn vermoeiend, andere verrassen je en geven energie. Je ervaart ze als verrijkend, soms maken ze grote indruk en er zijn zelfs ontmoetingen die bepalend zijn voor de rest van je leven. Je herinnert je ze als de dag van gister. Denk maar aan de dag waarop je een goede vriend, je latere levenspartner of die bijzondere docent voor het eerst trof. Zulke ontmoetingen vormen een bron van inspiratie en ook de bijbel staat er vol mee: mensen die elkaar ontmoeten, voetstappen die elkaar naderen, blikken die elkaar kruisen, woorden die worden uitgewisseld. Ook Jezus levensweg zou getekend kunnen worden aan de hand van zijn ontmoetingen. Mooie en lastige, verrijkende en vernederende.
Vandaag staat een van de belangrijkste ontmoetingen uit de bijbel centraal, die aan het begin van het boek Exodus, de ontmoeting tussen Mozes en God, waarin zij zich beide op bijzondere wijze laten kennen. God maar ook Mozes. Wat kun je aan de hand van zo’n verhaal veel thema’s overdenken: over ontmoeting, over de openbaring van het goddelijke, over geroepen worden en een opdracht moeten vervullen. Het is in ieder geval goed te bedenken dat deze ontmoeting tussen Mozes en God zich afspeelt in de woestijn. In bijbelverhalen vaker de plek van bijzondere ontmoetingen. In de woestijn, dat schijnbaar van God verlaten oord worden mensen op zichzelf teruggeworpen. Komen ze zichzelf tegen maar leren ook beter wie ze zijn.
Ze kunnen zich niet langer verstoppen achter gewichtigdoenerij en overbodige karweitjes. En juist dan, in die wat crisisachtige confrontatie met jezelf ontstaat ook ruimte voor het andere, zelfs voor de Ander. Juist in de woestijn van het leven kun je de diepste vragen naar wie jij bent en wat de betekenis is van jouw leven niet ontlopen. En misschien wel juist dan ontstaat er ruimte voor confrontatie met en ontmoeting met het goddelijke. Dat mysterium tremens et fascinans.
Soms wordt die ontmoeting tussen mens en God beschreven in felle contrasten, met donder en bliksem, vuur en rook, bazuingeschal. Maar vandaag is dat anders. Gez 321 Niet als een storm als een vloed… Alsof God rekening wil houden met de verbijstering die zich van een mens meester kan maken in de ontmoeting met de Eeuwige. Zo’n ontmoeting, zo’n ervaring vervult een mens met vrees en beven, is angstwekkend en heeft tegelijk een bijzondere aantrekkingskracht. De ontmoeting tussen Mozes en God ontvouwt zich dan ook stukje bij beetje. Nadat Mozes de berg Gods genaderd is verschijnt eerst een boodschapper van Godswege, in dat beroemde brandende braambos (moderner vertaald met ‘een vuur dat uit een doornstruik opvlamde’ ). Pas daarna wordt Mozes bij zijn naam geroepen. Nee hij hoeft niet direct naderbij te komen en mag eerst zijn sandalen uitdoen als hij de heilige grond nadert waarop de ontmoeting plaats zal vinden. Zo kan Mozes zich nog wat voorbereiden op het bijzondere dat hem te wachten staat. In de daarop volgende ontmoeting laat God steeds iets meer van zichzelf zien. De Eeuwige onthult iets van wat Hem beweegt. De God van deze bijbelverhalen is geen onbewogen beweger, nee deze God is een God die met mensen meebeweegt, die in de hemel geraakt wordt door wat mensen op aarde overkomt.
Ik ben de God van uw vaderen Mozes, van Abraham, Isaac en Jakob, ik heb de ellende van mijn volk in Egypte gezien, afschuwelijk. Ik hoor de schreeuw van de onderdrukten, ik hoor de stem van de zwakken en kwetsbaren. Aan hen beloof ik een land van melk en honing en jij Mozes zult bij de verwerkelijking van die belofte een belangrijke rol spelen. Zo kiest de Eeuwige positie, geeft aan waar Hij voor staat. En zo wordt gesprekspartner Mozes stap voor stap onthuld wie God in wezen is. Zoals ook wij in ontmoetingen niet gelijk ons hele hebben en houden op tafel gooien, maar pas gaandeweg, als de sfeer goed is en het vertrouwen groeit. Pas dan graven we een laag dieper en tonen onze gesprekspartner wie we ten diepste zijn, wat ons beweegt en raakt en hoop geeft en verdriet. Juist in de Lijdenstijd op weg naar Pasen valt het op hoe God zich hier toont als een mee-lijdende God die met ontferming bewogen is. Eens zal dat beeld van de mee-lijdende God voluit werkelijkheid worden in de lijdende Christus. Jezus als de lijdende God, zelfs als de gekruisigde God (Moltmann). Maar zover is het in dit verhaal nog lang niet.
In dit verhaal licht God een tipje van de sluier op van het mysterie dat hem omhult. Maar als God nu gedacht had dat Mozes gelijk diep onder de indruk was en onmiddellijk richting Egypte zou snellen, dan heeft God het bij het verkeerde eind. Vergissen is menselijk maar ook goodelijk. Mozes draagt steeds mwe argumenten aan om Gods opdracht toch maar niet uit te hoeven voeren. Maar wie ben ik, dat ik naar Egypte zou gaan? Als ik nu bij de Israelieten kom en hun zeg: de God van uw vaderen zend mij tot u, en zij vragen hoe is zijn naam, wat moet ik dan in hemelsnaam antwoorden?
Wat het ook precies is dat Mozes beweegt tot een veelheid aan vragen, in ieder geval is er in een volwassen ontmoeting ruimte voor die vragen, voor tegenwerpingen en bezwaren. Mozes, de kritische tegenstem hier, vraagt God om zich in zijn, Mozes situatie te verplaatsen en begrip te tonen. Zoals ook wij in een ontmoeting hopen op begrip van onze gesprekspartner. Begrijp dan toch dat ik niet op stel en sprong op uw verzoek in kan gaan om de Egyptische farao uit te dagen. Hij ziet me al komen, en dat geldt net zo goed voor mijn volksgenoten. Nee, Mozes is niet een willoos werktuig in Gods hand zoals ook wij dat niet zijn. De God van het verhaal is een dialogische God. God houdt van mensen die met (tegen)argumenten durven komen. Hij erkent het recht op tegenspraak, of het nu om Abraham gaat, Mozes, Jeremia, Job of Jezus. Er bestaan verschillende visies op de werkelijkheid, geen mens heeft dé waarheid in pacht, en zelfs God heeft geleerd te luisteren naar diegenen die het niet met Hem eens zijn.
Maar God luistert niet alleen, God geeft ook nadere antwoorden die Mozes geruststellen en zelfvertrouwen geven. Zoals ook wij in een echte en oprechte ontmoeting elkaar ruimte geven, onze maskers laten zakken en inspiratie en vertrouwen ervaren. In een echte ontmoeting stellen we ons allebei kwetsbaar op. Niet alleen God onthult in de ontmoeting het nodige van zichzelf, ook Mozes laat zich kennen, in zijn verlangen en aarzeling, in zijn hoop en angst. Dat verdiept de ontmoeting en nodigt naast Mozes ook God uit zich te laten kennen. Zelfs de betekenis van Gods heilige Naam wordt aan Mozes onthuld en dat is cruciaal voor het vervolg. Want toen nog meer dan nu onthult de Naam iets van het wezen, van wie jij ten diepste bent. Wie iemands naam kent doorgrondt diens wezen en krijgt daarmee mogelijk zelfs macht over de ander. Dat maakt de openbaring van de Godsnaam aan Mozes tot zo’n buitengewoon belangrijk moment in de geschiedenis van God en zijn volk. Dit is de betekenis van mijn Naam Mozes, dit ben ik voor jou. Ik was en ik ben er voor jullie en ik wil er ook in de toekomst voor jullie zijn. Mijn wezen is om er voor jullie te wezen (2x). Juist als de nood hoog is, als het lijden groot is en de toekomst een vraag-teken. Ik ben een Bewogen beweger. Altijd weer zal ik pogen om zwervenden, lijdenden en onderdrukten vaste grond onder de voeten te geven en perspectief. Maar volledig openbaar zal ik nooit worden,
niet voor jou Mozes en niet voor wie na jou komen. Mijn Naam moet ook iets te raden overlaten, is als een raadsel dat nooit helemaal wordt opgelost. Ik blijf ook een mysterie voor jullie, een geheimenis, alsof God het lied reeds kende met de titel: God moves in a mysterious way.
En gemeente, geldt in onze ontmoetingen met elkaar, met onszelf en met het goddelijke niet precies hetzelfde: steeds beter krijgen we die ander in beeld, ook wie we zelf zijn en wat God zou kunnen zijn en betekenen voor ons. Maar er blijft ook altijd iets te raden over, gelukkig maar. Ikzelf, mijn naaste en God als geheimenis. Een geheimenis, een onbeschikbaarheid dat je te respecteren hebt. En juist vanwege die onbeschikbaarheid zijn verrassingen nooit uit te sluiten.
De term onbeschikbaarheid ontleen ik aan het werk van de op dit moment veel gelezen Duitse socioloog Hartmut Rosa. Open je voor wat je op je levensweg tegenkomt en zoek zo goed mogelijk afstemming zegt hij. Maar denk nooit dat je de ander, het andere volledig in de greep kunt krijgen en beheersen. Een medemens spreekt ons aan, een muziekstuk, de natuur. Open je ervoor maar heb niet de illusie dat je het ooit volledig doorgronden zult. Precies dat ervaart ook Mozes in zijn Godsontmoeting. Dit verhaal is een verhaal over Gods nabijheid én onbeschikbaarheid en de Godsnaam drukt dat uit.
Zo laat zich op weg naar Pasen aan de hand van het verhaal van Ex 3 tonen wat er in ontmoetingen aan bijzonders gebeuren kan. Tussen mens en medemens, tussen mens en God. Wie iets van zichzelf prijs geeft krijgt er soms iets bijzonders voor terug. Het blijft je de rest van je leven bij. En er zijn van die ontmoetingen waarin het goddelijke,waarin God mee aanwezig is. Rakelings komt God nabij, als een schaduw aan je zij. Onbeschikbaar én met ontferming bewogen. Daardoor weet Mozes zich gedragen en kan hij uiteindelijk op weg naar Egypte gaan. Om de uittocht mee gestalte te geven, bevrijding, een nieuw begin. En zijn dat niet precies ook de thema’s van Pasen: uittocht uit de dood, bevrijding tot nieuw leven, kortom ondanks alles een nieuw begin. Pasen gloort, nog twee weken van voorbereiding resten ons. Laten we ze goed gebruiken, Amen