1 april 2019

Onze identiteit en uitdaging

Geschreven door Koen Holtzapffel
Actueel Foto: Neeltje Kleijn Onze identiteit en uitdaging

Aan de vooravond van 400 jaar remonstranten overleed mijn vader op 96-jarige leeftijd. Als trouw remonstrant had hij de dankdienst nog graag meegemaakt, het is er niet meer van gekomen. Hij had er vrede mee, wij ook, maar missen doen we hem natuurlijk. Dan de imposante dankdienst: prachtig al die banken vol, ook boven, prachtig hoe het antwoordlied dan klinkt. Prachtig ook de speciaal gecomponeerde cantate, iedereen heeft er zeer van genoten, niet in het minst de vier voorgangers. En wat een inzet van de vele vrijwilligers! Op nu naar 400 jaar remonstranten in Rotterdam. Nog even geduld, dat is in 2032.

Voorafgaand aan de dankdienst verscheen in het dagblad Trouw een artikel onder de titel ‘Drijven de remonstranten af van hun christelijke basis?’ Naast Den Haag wordt Rotterdam opgevoerd als gemeente met grote zorgen over de koers van onze kerk. Er wordt zelfs gesproken van een richtingenstrijd. Ik ben er door diverse gemeenteleden op aangesproken, die zich over het artikel verontrust toonden. Is Rotterdam tegen de theologie van de kwetsbaarheid van prof. Christa Anbeek? Nu heb ik zelf meegewerkt aan het boekje Spelen met grenzen, een bundel opstellen, geïnspireerd door die theologie van de kwetsbaarheid, dus daarover gaat het niet. Vanouds zijn er bij de Remonstranten betrokkenen, die meer de nadruk leggen op het humanistische en die meer de nadruk leggen op het christelijke aspect.

De Remonstranten worden gerekend tot het bijbels humanisme of tot het humanistisch christendom. In het open gesprek ligt precies onze identiteit en onze uitdaging voor de toekomst. Een mooie oefening in tolerantie: beide inzichten kunnen wederzijds verrijkend zijn.

Een aantal jaren geleden heette dat (naar een boek van de vrijzinnige theoloog H. Faber) ‘rechts en links in het vrijzinnig christendom’. Rechts had een personalistischer godsbesef, zag Jezus als door God gezonden openbaring van buitenaf, links had een filosofischer godsbegrip, zag Jezus als profeet en positioneerde openbaring meer in ons diepste zelf. Faber concludeert in zijn boek uit 1937 (!) dat beide ‘geloofstypen’ recht van spreken hebben en niet zonder elkaar kunnen. Niet voor niets worden de Remonstranten gerekend tot het bijbels humanisme of tot het humanistisch christendom. In het open gesprek over die geloofstypen (of zijn het eerder accenten?) ligt precies onze identiteit en onze uitdaging voor de toekomst. Het is een mooie oefening in tolerantie, vanuit het besef dat beide inzichten wederzijds verrijkend zijn. De vraag waarover het in Trouw ging is nu: hoe krijgen beide inzichten/accenten gelijke aandacht bij de opleiding van een nieuwe generatie remonstrantse voorgangers? Daarover is het laatste woord nog niet gesproken.

Na de glimmende glossy Get out! verschijnt in mei nog een bundel opstellen over de centrale beginselen van de Remonstranten én hun actualiteit, ‘de 5 V’s’. Natuurlijk gaat het daarbij over vrijheid en verdraagzaamheid, maar ook over vriendschap, vrede en verantwoordelijkheid. Onze missie is na 400 jaar bepaald nog niet voltooid. Er blijft meer dan voldoende werk aan de winkel, we kunnen dat als kleine vrije en verdraagzame kerk alleen samen volbrengen.

Gerelateerd