24 april 2023

D.V. Coornhert, een humanist tussen Erasmus en Arminius in.

Geschreven door Koen Holtzapffel

D.V. Coornhert, een humanist tussen Erasmus en Arminius in

Voorganger: Koen Holtzapffel Gelezen werd Matth 5: 38-48 Wees dan volmaakt

Gemeente, op deze zondagochtend tussen Pasen en Pinksteren wil ik de volgende vragen met u overdenken: wie was C, wat is zijn relatie met de remonstr, welk idee van C is nog steeds inspirerend en wat heeft dat te maken met de huidige tijd van het kerkelijk jaar?     1 In de eerste plaats dus de vraag: Wie was Dirck Volkertszoon Coornhert? C, een van de grote humanistische denkers van ons land, leefde in een woelige tijd van Opstand tegen Spanje, van 80 jarige oorlog en van opkomende godsdiensttwisten tussen katholiek en protestant. C was een veelzijdig man, graveur, kunstenaar en leermeester van de beroemde Hendrick Goltzius die een bekend portret van C maakte. C was ook stadssecretaris en notaris, schrijver van toneelstukken, brieven en morele traktaten. Hij leefde in de tijd van de Reformatie maar is altijd katholiek gebleven en stond pal voor vrijheid van denken en voor humane hervormingen van kerk en staat. Zo had hij zeker voor de 16e eeuw revolutionaire gedachten over de hervorming van het strafrecht en gevangeniswezen. De vereniging voor strafrechthervorming draagt dan ook zijn naam: Coornhertliga.       Geconstateerd moet worden dat Coornhert helaas een beetje vergeten is. Hij werd in 1522, ruim 500 jr geleden, in Amsterdam geboren in een welvarend koopmansgezin. In Gouda overleed hij in 1590 na een voor die tijd redelijk lang en bewogen leven waarbij hij ook in de gevangenis zat en naar Duitse gebieden moest vluchten. Zijn 500e geboortejaar werd vorig jaar vooral in Haarlem en Gouda herdacht. In Haarlem woonde C vele jaren, in Gouda stierf hij als gezegd. Haarlem kent een Coornhert Lyceum, Gouda een Coornhert Gymnasium.   Aan de vooravond van het bezoek van onze koning aan Rotterdam a.s. donderdag is het aardig te vermelden dat Coornhert goede betrekkingen onderhield met de Vader des Vaderlands Willem de Zwijger. Coornhert zou betrokken zijn geweest bij de compositie van ons volkslied, het Wilhelmus. En wat hij in ieder geval deelde met Willem de Zwijger was de gedachte dat in een nwe van Spanje bevrijde Nederlandse Republiek geloofsdwang en kettervervolging uit den boze waren.  Gewetens- en godsdienstvrijheid moesten door de overheid worden gegarandeerd. Bovendien moest de macht van de opkomende calvinisten niet te groot worden om te voorkomen dat de vroegere katholieke dominantie nu door een gereformeerde overmacht werd afgelost.            Hier laat ik het in alle beknoptheid bij, wie meer wil weten leze het boek dat verscheen bij de herdenking van Coornherts 500e geboortejaar onder de titel Voor mens, volk en vaderland.  

2 Nu is voor ons remonstranten natuurlijk een belangrijke vraag wat C relatie met de remonstranten was en waarom wij in een zondagse dienst alsnog aandacht aan het 500e geboortejaar van C besteden?

Een ding is zeker: Coornhert heeft de remonstranten niet gekend. Hij stierf in 1590 en de Rem Br werd opgericht in 1619. Van Jacobus Arminius heeft hij wellicht wel gehoord, want Arminius was in 1560 geboren en 30 jaar oud toen C stierf. Maar of ze elkaar ooit ontmoet hebben, we weten het niet. Toch moeten we de link tussen C en de remonstranten primair zoeken bij Arminius. En dan gaat het natuurlijk over de vrije wil en de predestinatieleer. Coornhert was een van de eerste theologen die fel van leer trok tegen de strenge predestinatieleer van Johannes Calvijn. Hij noemde die leer onbijbels en waarschuwde tegen opkomende intolerante gereformeerde gewetensdwang. Calvijn was not amused en noemde tijdgenoot C een ‘wild beest’ en een ‘dodelijke pest’.

Dan komt Arminius in beeld. Want voordat A hoogleraar in Leiden werd was hij een van de gereformeerde predikanten in Amsterdam. Van de Amsterdamse kerkenraad kreeg hij de opdracht om die vermaledijde Coornhert eens flink van repliek te dienen.  Maar toen A Coornherts gedachten over vrije wil en predestinatie goed ging bestuderen en ook de bijbel erbij pakte, toen moest hij C eigenlijk gelijk geven. Van bestrijding was geen sprake meer en vanaf dat moment werd A zelf verdacht van onzuivere gedachten. Het is dus nog niet zo gek dat ten tijde van de latere twisten tussen remonstranten en contraremonstranten de aanhangers van Arminius Coornhertisten werden genoemd.  Dat zie je terug op de uitgedeelde spotprent uit die woelige jaren, D’Arminiaense Dreckwagen, in rond Hollands De Arminiaanse strontkar. Op de prent is Coornhert achterin de wagen gezeten, met de letter H, Arminius en Wtenbogaert zitten er ook, met de letters B en A. C is net als alle remonstranten een vrije-wille-drijver die niet in predestinatie gelooft en denkt dat de mens er wel op eigen kracht komt.  Hoe hovaardig.  In algemenere zin kun je zeggen dat in C, levend tussen Erasmus en Arminius in, de erasmiaanse geest voortleefde die ook de remonstranten later zo dierbaar was. Dat betekende nadruk op gewetensvrijheid juist ook in geloofszaken, afkeer van geloofsdwang, en het ideaal van een kerk die ruimhartig en onpartijdig was en geen enkele nadruk legde op uiterlijk vertoon en dogma’s. Want dat leidde maar tot verdeeldheid en getwist. En was de kern van Jezus’ boodschap niet om God en elkaar lief te hebben? Het leidde tot een persoonlijk, individueel geloof met nadruk op de ethisch-praktische kant ervan, in vrijheid en verdraagzaamheid.  

Ook voor hedendaagse remonstranten is dit denk ik nog heel herkenbaar. Waarbij het geloof niet eindigt met doop of belijdenis maar juist begint. Geloof moet geoefend worden en groeien in de praktijk van het leven. Vanuit een optimistische kijk op de mens, in ieder geval optimistischer dan bij de calvinisten. Mensen zijn niet per definitie geneigd tot alle kwaad. Met hun verstand, vrije wil en bijbehorende verantwoordelijkheid kunnen zij voor het goede kiezen. Ze kunnen zich verheffen, steeds betere mensen worden, ja zelfs volmaakt. Volmaakt als de hemelse vader. Grote vraag is natuurlijk: wat is daarmee bedoeld en hoe doe je dat dan?  

3 Dat brengt ons in de derde plaats bij een inspirerende gedachte van C voor ons hier en nu.  Als gezegd houdt Coorn tegenover Calvijn vol dat elk mens van nature goed is en kan leren om wel, om goed te leven. Een van zijn bekendste boeken heet dan ook Wellevenskunst. Het beschrijft een proces, een proces van geestelijke groei waarbij we steeds meer inzicht krijgen in wat goed is en verkeerd, in wat ons gelukkig en ongelukkig maakt. Elk mens kan die weg van geestelijke groei gaan en uiteindelijk volmaakt worden zoals ons in de Bergrede wordt opgedragen: Wees dus volmaakt zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. Volmaakt dan niet in de zin van perfect, dat is alleen God, maar in de zin van: voor de volle 100 procent, een en ondeelbaar, in de overtuiging dat het gaat om meer dan het gewone, meer dan wat iedereen toch al doet. Keer je linkerwang dus ook nog toe, geef ook je bovenkleed, loop twee mijl met iemand mee die je prest en kijk dan eens wat er gebeurt. Misschien is die ander wel stomverbaasd en ontwapend door zo’n verrassend ontwapenend optreden.

Is dit niet veel te hoog gegrepen? Volgens C niet. Hij is er heilig van overtuigd dat God niet het onmogelijke van ons vraagt. Wat God van ons vraagt kunnen we in principe volbrengen. Maar dat gaat dan wel geleidelijk, in een stapsgewijs proces. Een proces van innerlijke ontwikkeling, van geestelijke groei waar we nooit helemaal klaar mee zijn. Acht fasen in groei onderscheidt C voordat de volmaakte mens in beeld komt, en hij heeft het als kunstenaar ook vertaald in een grafische serie met als titel de Jacobs ladder.  Stap voor stap klimmen we op tot het hoogste doel: een waarlijk goed mens worden die uit volle overtuiging de deugden in praktijk brengt, samengevat in liefde voor God en medemens. Het vraagt echt nog wel wat verbeeldingskracht om dit 17e eeuws stappen- in- groei plan naar de 21e eeuw door te vertalen. Maar de achterliggende gedachte is helder: we hebben als mensen een roeping, een opdracht hier op aarde, er is dus werk aan de winkel en we kunnen groeien in die opdracht door een stappenplan te volgen. Een plan dat oefeningen bevat waardoor we toenemen in inzicht, praktische levenswijsheid en groeien in naastenliefde.   

4 Tenslotte gemeente resteert de vraag waarom we deze gedachte van C overdenken in de tijden tussen Pasen en Pinksteren. Daarover nog het volgende:

de tijd tussen Pasen en Pinksteren is voor Jezus’ leerlingen een periode van afscheid moeten nemen van zijn lijfelijke presentie en toegroeien naar een nieuwe start. Al is Jezus ook na Pasen niet van de aardbodem verdwenen, zijn vanzelfsprekende aanwezigheid is na Pasen passé. Soms is Jezus er toch nog weer, in Emmaus, bij de ongelovige Tomas. De leerlingen krijgen nog wat aanwijzingen, Jezus is en blijft een vraagbaak voor hen, hij doet het nog één keer voor. Maar het besef daagt bij de leerlingen dat zij in het vervolg op eigen benen moeten staan, het zelf moeten gaan doen. Met als opdracht: Wees dus volmaakt zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. Ga er maar aan staan. Als het al lukt zal het met vallen en opstaan zijn. Maar de leerlingen wordt aangezegd dat ze het in principe kunnen. Ze zijn er voor toegerust, ook al zijn zij geen heiligen en moeten ze blijven oefenen.

En wat voor de leerlingen geldt, dat geldt net zo goed voor ons. Tussen Pasen en Pinksteren ontvangen niet alleen de leerlingen maar ook wij de opdracht de wereld in te gaan. Die opdracht ontvangen we trouwens niet alleen nu, maar elke zondag. Bevestigen wij ons geloof in een leven van liefde…. Weest standvastig, onwankelbaar en te allen tijde overvloedig in het werk van de Heer.      Te hoog gegrepen? Wellicht, zo goed voor ons als toen voor Jezus’ leerlingen. Bij een pessimistischer mensbeeld hoeven we er bij wijze van spreken niet eens aan te beginnen. De mens is niet in staat tot enig goed. Maar bij het optimistischer mensbeeld van C en de remonstranten past in ieder geval de poging. Dit is wat het geloof, wat God, het evangelie van ons vraagt. En wat ons ook wordt toevertrouwd omdat we er in principe voor zijn toegerust. Als we maar blijven oefenen, of het nu gaat om een rechtvaardiger samenleving of om verbetering van onze persoonlijke relaties of de geloofsgemeenschap. Oefenen in geduld, in een open en luisterende houding, in altruisme. Godsdienstoefening. Volmaakt zal het misschien niet worden, maar was er ook niet zoiets als Gods geest die over ons vaardig kan worden. Die ons steunt en inspireert en kracht geeft op die lange weg naar een vrediger en rechtvaardiger samenleving? Daar kom ik graag met Pinksteren op terug.

Voor nu geef ik graag het laatste woord aan die veelzijdige humanist, die apostel van de verdraagzaamheid, Dirk Volkertsz Coornhert:  

Zo, door te oefenen,  leert de liefde de kunst om wel te leven, Dat is: niemand kwaad, maar alle mensen goed te doen. (2x) Amen                         

Lit Ruben Buys, Voor mens, volk en vaderland    Chr Berkvens, art ‘Coornhert, een eigenzinnig theoloog’

Gerelateerd