12 maart 2024

Overdenking ter herinnering aan Marius van Leeuwen

Geschreven door Koen Holtzapffel

Overdenking ter herinnering aan Marius van Leeuwen (1947-2024)

Dienst 10 maart 2024, Zondag Laetare

Voorganger Koen Holtzapffel

In de dienst werden teksten uit boeken van Marius van Leeuwen voorgelezen (o.m. uit Van feest naar feest)

Overdenking

Gemeente, op 14 febr jl overleed Marius van Leeuwen. Ongeveer 20 jaar lang was hij de hoogleraar van het RemSem. Hij was de voorganger van Christa Anbeek en groeide voor een stukje in Rdam op, omdat zijn vader Floris van Leeuwen hier in de vijftiger jaren predikant was. Zelf preekte hij af en toe in Rdam, hij was vooral met Utrecht verbonden waar hij ook lang woonde. In Utrecht werd hij bij de afscheidsdienst geroemd vanwege zijn

humor, taalvaardigheid, vriendelijkheid en bescheidenheid, zijn diplomatie en ook zijn muzikaliteit. Ook zijn liefde voor de oecumene werd genoemd, jarenlang was hij betrokken bij de Nl Raad van Kerken.  

Marius v Leeuwen kon complexe teksten uit de geloofstraditie als het ware openbreken en toegankelijk maken voor een breed publiek. Dat deed hij in zijn boek over de bijbel (Van horen zeggen), zijn boek over de christelijke feestdagen (Van feest naar feest), en ook in het boek ‘Teksten van mijn leven. Grote teksten uit de christelijke traditie’ dat hij samen met Maaike de Haardt maakte. Daarin bespreken acht vrouwen en mannen spirituele teksten die voor hen leidend zijn geweest in hun leven. De tekst van mijn leven. We hebben er ook in Rdam aandacht aan besteed en het is een aardige opdracht om er ook voor jezelf nog eens bij stil te staan: wat is een of de inspirerende tekst van mijn leven?  

Van Leeuwen benadrukte graag de veelstemmigheid van de bijbelse teksten. Al die verschillende manieren waarop mensen woorden hadden gezocht voor hun vragen rond zin en betekenis. Rond bestemming en toekomst, geraakt door dat wat ons leven overstijgt, de Eeuwige. Daarbij werd hij geïnspireerd door de Franse filosoof Paul Ricoeur. Het citaat boven de rouwadvertentie deed ook aan Ricoeur denken:

Een mens wordt pas een mens door verhalen te vertellen.

Collega Tjaard en ikzelf zijn allebei bij hem gepromoveerd, en juist op deze zondag sta ik dan ook bij een paar gedachten van Marius v L stil. Wat mij in het bijzonder met hem verbond was de liefde voor gelijkenissen. Die gaan vaak over Gods koninkrijk, en in de gesprekskringen merk ik wel dat nogal wat mensen moeite hebben met dat begrip. Men kan zich er niets bij voorstellen, hoe moet je dat begrip nu verbinden met je eigen leven en levenservaringen? Terwijl dat begrip toch centraal staat in Jezus’ prediking en hij de komst van dat rijk in en met zijn eigen leven belichaamd heeft. Wellicht helpt het om eens naar ML te luisteren. Hij noemt dat koninkrijk in navolging van Paulus vaak het koninkrijk van vrede, gerechtigheid en vreugde. Zijn liefde voor gelijkenissen en het koninkrijk klinkt trouwens ook door in het parabelboek over de dwaze meisjes.  

Daarin schreef hij over de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester. Een lastige parabel die veel stof tot discussie geeft. V L begint met een aardige anekdote:

omdat rechtvaardigheid een belangrijk thema was voor hem wilde hij een scriptie schrijven over de gelijkenis van de rechtvaardige rentmeester. Zijn docent zei: ach Marius het is de onrechtvaardige rentmeester, maar dat hoef jij als remonstrant natuurlijk niet te weten…

Het artikel eindigt met de maatschappelijke betrokkenheid van M L King en de noodzaak om nú te beginnen met daden van rechtvaardigheid. Geen uitstel meer.  En dan schrijft hij heel persoonlijk:

Rechtvaardigheid was een van de thema’s die mij raakten. Het besef dat wij de tijd nuttig en constructief moeten gebruiken, willen we de droom van een goede, rechtvaardige en houdbare samenleving dichterbij brengen. Dat besef inspireert me nog steeds. En het verontrust me: zijn we wel wakker en moedig genoeg?

Het thema van de tijd die verglijdt keert terug in de gelezen gelijkenis. VL schreef er lang geleden over in een artikelenserie voor het landelijke remonstrantse maandblad.  De gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom is op deze wijze alleen bij Lukas te vinden en past zeker bij zondag Laetare.

Heb nog wat geduld, onder dat motto besprak VL de gelijkenis. Het doet ook denken aan onze eigen Belijdenis 2006 waarin dat woord geduld eveneens een rol speelt: ‘want wij geloven in de toekomst van God en wereld, in een goddelijk geduld dat tijd schenkt om te leven en te sterven en om op te staan, in het koninkrijk dat is en komen zal’

Heb nog wat geduld, zo overdenkt VL de parabel van de man die in zijn wijngaard een vijgeboom heeft staan waaraan al voor het derde jaar geen vrucht valt te ontwaren. Hij geeft zijn wijngaardenier dus bevel om die boom maar om te hakken. Maar die zegt dan: geef hem toch nog één jaar, die boom. Ik zal er nog eens omheen graven, hem bemesten, misschien geeft hij dan volgend jaar alsnog vrucht. En anders kan die bijl erin.

Volgens VL is er een belangrijke zoals hij dat noemt algemeen-menselijke les te trekken uit de summiere dialoog. Je moet kennelijk de tijd nemen voor een vormingsproces, of het nu jezelf betreft of anderen. Neem de tijd voor dat proces, dat bij de een weer anders verloopt dan bij de ander. Sneller of langzamer, ieder gaat daarin een eigen weg. Maar bijbelse beelden als wijngaard, vijgeboom, vruchtdragen, slaan nooit alleen op het individuele leven, je moet ze ook altijd betrekken op het leven samen, de maatschappij. Een wijngaard in de bijbel is ook de samenleving als geheel, goede of slechte vruchten voortbrengen heeft ook te maken met hoe de maatschappij functioneert.

En ja, de wijnstok en de vijgeboom zijn ook symbolen voor het komende koninkrijk. Dat van vrede, gerechtigheid en vreugde.

Als je de gelijkenis leest als een gelijkenis van dat komende koninkrijk, dan staat dat niet-dragen van vrucht voor onvermogen. Ons onvermogen om uitgerekend dat rijk naderbij te brengen, gestalte te geven. We kunnen zoveel, maar komen we dát rijk jaar na jaar ook maar een stapje naderbij? Elke stap vooruit lijkt gevolgd te worden door een stap achteruit en zo blijven we schommelen rond een gemiddelde, vrede oorlog vrede, armoe rijkdom, armoe. Om moedeloos van te worden. Zo bitter weinig vruchten van het koninkrijk die jaarlijks rijpen, zulke sombere prognoses. Kunnen we het visioen van dat rijk niet beter vergeten? Kunnen we niet beter ophouden in het Onze Vader te bidden: uw koninkrijk kome, want van u is het koninkrijk. In gelijkenistaal gezegd: het wordt toch niks meer met die vijgeboom, kappen maar!

Maar, dat is nu juist het bijzondere van geloof en geloofsgemeenschap: dat je er wel om blijft bidden, dat je het visioen niet in de ijskast zet. En ook de gelijkenis blijft dus niet in sombere conclusies hangen, hoe begrijpelijk die ook zijn. Daarom ook past ie zo goed bij zondag Laetare.

Nee, de toekomst is niet weer een tijd waarin slechts zure druiven van menselijk falen en mislukkingen geplukt gaan worden. Het is ook een tijd die ons van Godswege toevalt en geschonken wordt en waarin God alsnog het nodige van ons verwacht.

Inderdaad: ‘want wij geloven in de toekomst van God en wereld, in een goddelijk geduld dat tijd schenkt om te leven en te sterven en om op te staan, in het koninkrijk dat is en komen zal’

Naar bijbels besef is de toekomst niet alleen zorgelijk en pessimistisch stemmend. De toekomst is altijd meer dan voortzetting van het weerbarstige heden met andere middelen. Ons wordt toekomst gegeven, met altijd weer mogelijkheden tot een nw begin, individueel en samen. We mogen een nw begin maken, we krijgen een nieuwe kans, we krijgen er toch nog weer een jaartje bij. In bijbelse termen heet dat genade.

God schenkt ons tijd van leven, opdat wij opnieuw beginnen, God heeft nog wat geduld met zijn vijgenboom. Ook al lijkt de opbrengst voorlopig karig, we krijgen nog een kans om ons gezamenlijke leven te beteren. Hopelijk, zo VL, voelen we daarbij wel een zekere urgentie en benutten we die extra geschonken tijd goed. Geduld is niet zonder grens, er moet nu gespit en bemest worden, er moeten nu goede vruchten geproduceerd worden in plaats van druiven der gramschap.  En er gebeurt ook zeker het nodige, maar we moeten dat wel willen zien.

Rechtvaardigheid was een van de thema’s die mij raakten. Het besef dat wij de tijd nuttig en constructief moeten gebruiken, willen we de droom van een goede, rechtvaardige en houdbare samenleving dichterbij brengen. Dat besef inspireert me nog steeds. En het verontrust me: zijn we wel wakker en moedig genoeg?

Zo leven we in een gespannen en inspannende tijd: we moeten gespannen blijven uitzien naar de goede vruchten van het rijk van vrede, gerechtigheid en vreugde. We moeten er op blijven hopen, het tegemoet durven gaan maar ons ook zelf inspannen om dat rijk dichterbij te brengen. God vertrouwt het ons toe, laten we dat vertrouwen niet langer beschamen.

En, u weet het, een gelijkenis zou geen gelijkenis zijn als het beeld van God die geduld heeft met ons en ons nog een kans geeft, als dat niet ook iets betekent voor onze intermenselijke relaties. Zoals God geduld heeft met ons, zo moeten wij geduld hebben met elkaar. Wie vandaag nog geen goede vrucht voortbrengt doet dat wellicht morgen wel. Wie vandaag tegenvalt valt morgen wellicht mee en omgekeerd. Heb dus vooral ook geduld met elkaar, geef elkaar ruimte, nieuwe kansen en oordeel niet te snel dat het wel niks meer worden zal.

Het laatste woord geef ik op deze zondag waarop ik een van mijn leermeesters herdenk graag aan Marius van Leeuwen: nog één keer over gelijkenissen en het koninkrijk.

Samen vormen de bijbelse gelijkenissen een bont mozaïek van allerlei beelden en gezichtspunten. Het ene beeld past ons beter dan het andere. Maar dat is juist goed. Er is in dat mozaïek een gedachtenrijkdom die groter blijkt dan onze beperkte begrippen en vaak te smalle theologieën. De gelijkenissen vertellen van een werkelijkheid die onze ideeën te boven gaat, die anders komen zal dan wij ons kunnen indenken. Daarom ook zijn wij nooit uitgedacht over de beweging die door dat wonderlijke mozaïek van beelden in gang wordt gezet. De beweging die wijst in de richting van het koninkrijk.

Dat koninkrijk vraagt om onze acties die die stukjes van het meest kostbare dat het leven te bieden heeft naderbij brengen: vrede, gerechtigheid, vreugde. Wagen we het om in die beweging te gaan staan? Een beweging die aan ons gebeurt, die onze omkeer vraagt én een nieuwe levenspraktijk? Wie is daar ooit over uitgedacht en gesproken, wie is daar ooit mee klaar in het leven van alledag?

Amen

Gerelateerd