Evensong in St. Paul’s
Geschreven door Tjaard BarnardGisteren heb ik een evensong meegemaakt in St Paul’s Cathedral in London. Een hele belevenis. Een prachtige kerk met daarin een klassieke liturgie. Er werd gezongen door het eigen koor.
Waar in de vrijzinnige wereld bij elke wat al te gelovige uitspraak van de predikant de vraag direct gesteld wordt: ‘kun je dat tegenwoordig nog geloven?’, word je hier uitgenodigd om in te stemmen met het koor van alle eeuwen. Aan de ene kant maakt dat het geloof plezierig groot, aan de andere kant nuanceert dat je eigen twijfels wat.
Zo staat de volgende tekst op de orde van dienst die je uitgereikt krijgt:
Evensong at St Paul’s Cathedral is a tiny fragment of something else: it is part of the worship which is offered to God by Christian people every hour of the day and night, in every part of the world.
When you come to Evensong here, it is as if you were dropping in on a conversation already in progress a conversation between God and his people which began long before you were born and which will continue long after your death. So, do not be surprised or disturbed if there are some things which you do not understand straight away. For a brief moment, you step into the continual stream of worship which is being offered today and which will be offered to the end of time. You are one with those who worship here on earth and in heaven.
Evensong is drawn almost entirely from the Bible. Its primary purpose is to proclaim the wonderful works of God in history and in the life, death and resurrection of Jesus Christ. Its secondary purpose is to evoke from the worshipper a response of praise, penitence, prayer, and obedience.
Much of the English of the service is the language spoken and written by our ancestors more than four hundred years ago. It may sound oldfashioned but its meaning is not out of date.
Als ik de dienst begin met het votum uit Psalm 124
Onze hulp is in de naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft
vragen vrijzinnigen soms of ik werkelijk geloof dat dat in zeven dagen gebeurd is. Als je zo letterlijk wilt geloven, maak je het jezelf wel heel moeilijk. En als je die woorden niet meer in de mond durft te nemen, houd je wel heel weinig over en heb je weinig gevoel voor het narratieve, het verhaalmatige van het geloof.
Natuurlijk wil dat niet zeggen, dat ik de vrijzinnige ruimte om alles te bevragen niet zeer waardeer. Dat doe ik zeker wel. En je moet je vragen stellen bij de absoluutheid van liturgische vormen. Die zijn zeker niet uit de hemel komen vallen. Meestal is wat ‘orthodoxie’ is geworden het standpunt van de partij met de grootste mond of de meeste macht. Maar om daarmee te veronderstellen dat het goddelijke status heeft?
Naast deze terecht kritische houding, is het soms het ook goed om je eigen oordeel wat uit te stellen en je gewoon open te stellen voor wat er gebeurt.