12 januari 2021

Ontmoeting als core-business van de kerk

Geschreven door Koen Holtzapffel

We balen er allemaal enorm van. Voor jongeren, maar ook voor ouderen is het rampzalig: het gebrek aan fysieke contactmogelijkheden en echte ontmoetingen in dit coronajaar waarin we van lockdown naar lockdown gaan.

Het gebrek aan contact leidt tot eenzaamheid en gevoelens van zinloosheid. Het onderstreept nog maar weer wat we allemaal allang wisten: het grote belang van persoonlijk contact, van iets voor een ander kunnen doen, van betekenisvolle ontmoetingen. Juist in een tijd waarin we veel van die ontmoetingen van aangezicht tot aangezicht moeten missen worden we ons weer zeer bewust van het grote belang ervan. Wij mensen zijn sociale wezens die alleen in verbinding met anderen tot volle ontplooiing kunnen komen.

Laten we dus van dit net begonnen jaar, als we eindelijk uit de lockdown komen en gevaccineerd zijn, een jaar van ontmoetingen maken.

Maar laten we er dan ook voor zorgen dat die ontmoetingen zo divers mogelijk zijn en dwarsverbanden creëren. Dus niet alleen met je eigen bekenden samen komen, hoe warm en vertrouwd dat ook is. Maar juist ontmoetingen organiseren met mensen die je niet kent, dwars door alle lagen van de samenleving heen.

Wat dat betreft kunnen we ons geïnspireerd weten door de nieuwste encycliek van paus Fransiscus, in oktober verschenen. Een pauselijke encycliek is een stevige bezinningsbrief, en voor de meeste mensen is dat geen dagelijks leesvoer. Ook voor mij niet als protestantse dominee. De titel, Fratelli tutti, klinkt als een luchtig Italiaans snoepje, maar de tekst bevat stevige kost. Over de wijze waarop we met elkaar samenleven en hoe we zuster-, broederschap en sociale vriendschap in onze samenleving een veel belangrijker plek zouden kunnen geven. Met meer samenhang en meer verbinding als resultaat. Geïnspireerd door zijn radicale naamgenoot Fransiscus van Assisi doet de paus een oproep om een cultuur van polarisatie te vervangen door een cultuur van ontmoeting. Als mensen elkaar ontmoeten is het natuurlijk niet gelijk pais en vree, het is geen wondermiddel, maar onbekend maakt zeker onbemind.

In ontmoeting met de ander worden onze vooroordelen gerelativeerd en leren wij onszelf pas echt kennen.

Het kan niet anders of deze bezinningsbrief over ontmoetingen moet kerken inspireren. Immers, kerken steken veel tijd en geld in het organiseren van ontmoetingen. Je zou het hun core-business kunnen noemen. Ontmoetingen binnen de eigen gemeenschap, tussen jong en oud, mensen van heel diverse opvatting en achtergrond. Maar ook ontmoetingen tussen mensen die elkaar anders nooit tegenkomen. In de wijk of in de stad. Dat kerken een belangrijke rol spelen in het organiseren van ontmoetingen blijkt ook uit het eind vorig jaar gepresenteerde Rotterdamse onderzoeksrapport ‘Tel je Zegeningen’, een rapport over de maatschappelijke activiteiten van levensbeschouwelijke organisaties in Rotterdam.

Heel veel activiteiten blijken gericht te zijn op het bevorderen van ontmoetingen. Het aangaan en onderhouden van relaties, gemeenschapsvorming en bevordering van de sociale samenhang in een wijk of stad. En wij doen daar als kerk op onze manier ook aan mee. Met ontmoetingen onderling maar zeker ook met anderen die we niet kennen maar met wie we in de stad samenwonen en die we graag beter leren kennen. De paus, je kunt ook niet anders verwachten, beroept zich voor zijn pleidooi voor ontmoetingen op Bijbelteksten. Bijvoorbeeld de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan.

Maar ik zelf moest onmiddellijk denken aan het mooie verhaal in Lucas over Zacheus. Een verhaal dat laat zien hoe belangrijk ontmoetingen in iemands leven kunnen zijn. Hoe Jezus daar op bijzondere wijze werk van maakt en hoe iemand als Zacheus van die ontmoeting opbloeit. Op weg naar het aanstaande Joodse Paasfeest in Jeruzalem doet Jezus Jericho aan, een oude stad in het oosten van het land Israël. Met veel grensverkeer en dus heel wat werk voor tollenaars. Jezus wil de stad doorkruisen zonder echt halt te houden, maar op zijn weg door de stad loopt hij vast in de menigte. Ergens lijkt hij te voorvoelen dat ook in Jericho een belangrijke ontmoeting hem ten deel zal vallen. Met die rijke hoofdtollenaar Zacheus. Nu weet u dat tollenaars in Jezus’ dagen een buitengewoon slechte reputatie hadden. Bedriegers waren het, collaborateurs, die samen met hun familieleden werden geminacht, zo niet gehaat. Tollenaars collaboreerden met de Romeinse bezetter en zij bevoordeelden zichzelf schaamteloos door geknoei met de belastingtarieven.

Maar juist de verachte hoofdtollenaar Zacheus, door meer dan alleen nieuwsgierigheid gedreven, probeert een glimp van Jezus op te vangen. Hij slaagt er niet in. Zoveel mensen willen Jezus zien en ontmoeten. Ze dringen om hem heen en de grote hoofdtollenaar, hij is maar klein van gestalte, ziet niets. Dus loopt hij voor de menigte uit en kruipt snel in een vijgenboom. Zo kan hij Jezus toch zien wanneer hij langs komt zonder zelf te worden gezien. Maar Jezus, op die plek gekomen, kijkt onmiddellijk naar boven. Hij weet kennelijk wie daar zit en roept Zacheus bij zijn naam. “Zacheus kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven”. Zacheus, door iedereen met de nek aangekeken, wordt hier bij name genoemd. En uitgenodigd voor een ontmoeting. Als dat geen bevrijdende ervaring is. Zijn naam betekent ‘de reine’, en hier wordt de verachte, de onreine Zacheus rein genoemd. “Zacheus, ik, Jezus, weet dat er ook in jou reine plekken bestaan, net als in ieder mens. De meeste mensen deugen en dan zal het toch niet zo zijn Zacheus dat er in jou niets van deugd te vinden valt? Maar tegelijk: ik nodig je uit om die reine plekken in jezelf te herontdekken. En ze dan ook te laten zien en er iets mee te doen. Ik, Jezus, roep je bij je naam, maar herinner je dan ook aan je naam, de reine”.

En kijk wat er met Zacheus gebeurt in deze ook confronterende ontmoeting.

In de kern van zijn bestaan geraakt komt Zacheus onmiddellijk uit zijn hoge en veilige boom tevoorschijn. Door zijn stadgenoten met de nek aangekeken en bepaald ook niet tevreden met zichzelf, keert hij uit hoger sfeer terug naar de aarde. Eén iemand wil hem wel ontmoeten, accepteert hem om wie hij is en herinnert hem tegelijk aan zijn eigenlijke opdracht in het leven. Niet om rijk te worden maar om rein te zijn. Zo’n ontmoeting geeft nieuwe levenskracht en ook kracht om te veranderen. “Kijk heer, de helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst vergoedt ik het viervoudig”. Als dat geen verandering is.

Een ode aan de ontmoeting

Zo is voor mij het bijzondere verhaal van de tollenaar Zacheus net zo goed een ode aan de ontmoeting als de bezinningsbrief van de paus. Ontmoetingen tussen mensen, ontmoetingen tussen mensen en God, ze staan in de Bijbel centraal. Jezus geeft daarbij het goede voorbeeld en zoekt juist de ontmoeting met mensen die eigenlijk niemand ontmoeten wil. Hoeren en tollenaars, ook Zacheus dus. Wat voor bijzondere dingen gebeuren er als er, tegen gewoontes en vooroordelen in, ontmoetingen tot stand komen tussen mensen van wie je het niet verwacht. Heilzaam zijn ze, want ze maken heel.

Een wens voor verrijking door ontmoeting

Beste gemeente, beste kijkers, Ook al is de tijd van nieuwjaarswensen officieel voorbij, ik hoop vurig dat we geïnspireerd door Jezus’ ontmoeting met Zacheus én de brief van paus Fransiscus, een jaar tegemoet gaan waarin we gevaccineerd en wel, verrijkt worden door vele en diverse ontmoetingen.

Amen

Deze preek werd door dr. Koen Holtzapffel uitgesproken in de digitale kerkdienst van 10 januari 2021

Gerelateerd