4 juli 2018

De bezieling van Aart Bergwerff

Geschreven door André Meiresonne

In de rubriek ‘Mijn bezieling’ laten we gemeenteleden aan het woord over hun geloof. Wat drijft hen, waar vinden ze hun inspiratie? En hoe doe je dat eigenlijk, geloven in het dagelijks leven? Waar loop je tegen aan en waar verlang je naar? En de kerk, wat vind je daar? In deze aflevering Aart Bergwerff, de cantor en organist van onze gemeente. Ook is hij organist van de Grote Kerk in Breda. Wat is zijn bezieling? 

‘In mijn hart ben ik altijd al Remonstrant geweest, denk ik. Ik groeide op in een warm gereformeerd nest. Als de jongste van vijf kinderen ben ik veel vrijer opgevoed dan mijn broer en zussen. Was dat omdat ik altijd met dat kerkorgel in de weer was? Als een soort compensatie voor het feit dat ik altijd in de kerk zat om orgel te spelen? Of (lachend) omdat ik de Benjamin was? Wie zal het zeggen. Een ding is zeker, toen de vacature voor Rotterdam voorbij kwam hoefde ik niet lang na te denken.’

Laatst verwerkte ik in een tussenspel het liedje ‘Hallo allemaal!’ van Juf Ank uit De Luizenmoeder.

‘Als organist en cantor ben ik, kort gezegd, verantwoordelijk voor de muziek in de diensten van de gemeente. Daarbij is veel mogelijk, er is veel kruisbestuiving met andere vormen van kunst en literatuur. Ook is er veel ruimte voor ideeën van anderen, ik probeer deze dan een goede plek te geven in de liturgie. En als ik weet wat het thema van een dienst wordt zoek ik daar graag passende muziek bij. En dat beperkt zich niet tot kerkmuziek hoor. Laatst bewerkte ik nog een oude Armeense hymne voor het orgel. Ja, dat is het ambacht hè? Of verwerkte ik in een tussenspel het liedje ‘Hallo allemaal!’ van Juf Ank, toen in de preek aan De Luizenmoeder werd gerefereerd.’

‘Johann Sebastian Bach is een onuitputtelijke bron van inspiratie. ‘Bach ist Anfang und Ende aller Musik,’ zoals de componist Max Reger al zei. De cantor en organist van de Thomaskirche in Leipzig is en blijft de grootste. Maar ook het geluid van kinderstemmen inspireert, volgens Tsjaikovski de mooiste muziek die er bestaat.’

‘Mijn lievelingstekst is Psalm 139. Wat zal ik er over zeggen? Veel dieper kan het niet.’

Here, Gij doorgrondt en kent mij;

Gij kent mijn zitten en mijn opstaan,

Gij verstaat van verre mijn gedachten;

Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen,

met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd.

Want er is geen woord op mijn tong,

of, zie, Here, Gij kent het volkomen;

Gij omgeeft mij van achteren en van voren

en Gij legt uw hand op mij.

Het begrijpen is mij te wonderbaar,

te verheven, ik kan er niet bij.

(Psalm 139: 1-6)

‘Het is belangrijk om het geluid van de Remonstranten blijvend te laten horen. De boodschap van vrijheid en verdraagzaamheid – vanuit het christelijk geloof, maar niet namens. Dat is nu hard nodig en dat zal over 100 jaar niet anders zijn.’

‘Natuurlijk zijn er dingen waaraan ik me erger in de gemeente. Het gezegde is weliswaar ’Mens erger je niet’, maar dat is voor een ieder welhaast teveel gevraagd. Ik kan er slecht tegen wanneer tijdens muziek iemand de microfoon grijpt om nog iets te zeggen. Ook ergerlijk: door een stuk van Bach heen praten; en nog erger: het stuk afbreken. Net zoiets als De Nachtwacht van Rembrandt, waar stroken vanaf werden afgesneden omdat de toegang van een zaal te klein was voor het schilderij. Dat dus.’

‘Wat er morgen moet veranderen? De gedachte dat er niets mag worden veranderd! En wat er nooit mag veranderen? Zeg nooit nooit, maar ‘beproef alle dingen en behoud het goede’. Inderdaad, een bijbels citaat: 1 Thessalonicenzen 5.’

Gerelateerd