In memoriam Louis van Dijk

Louis van Dijk,  27 november 1941 – 12 april 2020

Wonderlijk om geboorte- en sterfdatum op te schrijven van Louis van Dijk, die meer dan springlevend was. Hij heeft intens van het leven genoten. Tegelijk was hij zich bewust van de kwetsbaarheid van leven. Met echtgenote Aleid Boersma sprak hij in de media heel open over de kanker en Alzheimer die zijn leven waren binnen geslopen.

Louis was een alleskunner. Begenadigd improvisator. Jazz, entertainment, klassiek, hij trof de juiste toets in al die genres. Graag greep hij de kans aan om orgel te spelen, het instrument dat hij van jongs af aan een warm hart toedroeg. Solist pur sang en tegelijk een van de beste begeleiders die ik ooit heb gehoord. Of hij nu met Elly Ameling de Amsterdamse Grachten uitvoerde of met jazzvocalist Ann Burton ballads opnam, er ontstond altijd een ongehoorde eenheid. Namen als Liesbeth List, Ramses Shaffy en Rogier van Otterloo komen ogenblikkelijk in herinnering. Ook die van Pim Jacobs en Rita Reys.

Vaak bezocht ik concerten van Louis. Het was alleen al een genot om te kijken naar zijn fantastische pianotechniek. Muzikaal waren die concerten hoogstandjes en door zijn verbale presentatie kwam er nog een dimensie bij. Louis had de gave van het woord, mogelijk ontwikkeld door intensieve confrontatie met ‘het Woord’. Vader van Dijk werd koster van de jaren geleden gesloopte Prinsessekerk in Amsterdam. Daar werd hij intensief geconfronteerd met kerkdiensten, naast de degelijke geloofsopvoeding die hij thuis en op school kreeg. Met Louis kon je altijd gesprekken voeren in de Tale Kanaäns, hij genoot daarvan. In de Prinsessekerk kreeg hij veel muziek te horen: de legendarische Piet van Egmond maakte daar jarenlang de opnamen voor de wekelijkse orgelbespelingen voor de N.C.R.V. (toen nog met puntjes!) – microfoon. Bij de klassieke programma’s werd de opnamelocatie vermeld. Bij de populaire theaterorgel programma’s niet. Die waren wel degelijk ook in de Prinsessekerk, maar bij de NCRV waren ze beducht voor boze reacties van gelovigen die dit zouden ervaren als een ontheiliging van ‘s Heeren woning.

Louis kreeg lessen van Van Egmond, hij speelde orgel en piano. Waarschijnlijk was het schakelen tussen de meest uiteenlopende genres een gevolg van het voorbeeld van Van Egmond. In de jaren vijftig was Louis als pianist betrokken bij Hervormde jeugddiensten in de Aula van het Hervormd Lyceum Zuid in Amsterdam. Met hetzelfde gemak bespeelde hij op zondagochtend het orgel tijdens de kerkdienst. In de jaren dat de Beatles hoogtij vierden mixte hij kerkliederen met Beatles nummers, tot groot vermaak van jongeren die toen nog gedwongen ter kerke gingen. Hun ouders hadden niets in de gaten, wat het alleen nog maar spannender maakte!

Ooit vroeg ik hem wat zijn vader en moeders ervan vonden dat hij de jazz in ging. Hij vertelde me dat zijn moeder hem erop wees dat hij op het punt stond terecht te komen in een wereld van drank en slechte vrouwen. Louis reageerde met: Moeder, ik kan niet wachten, daar binnen te treden!

Louis en ik hebben veel samen opgetreden. De eerste keer was in 1978 in de Hervormde Kerk in Den Ham (Ov.) Beiden waren we uitgenodigd voor een concert met een meisjeskoor. Louis vroeg zich af of we ook samen op piano en orgel zouden kunnen improviseren, we probeerden het en er bleek een merkwaardige telepathie op het vlak van de harmonie te zijn. Het ging gelijk goed en we zijn samen blijven spelen tot 2017. Al zeiden we van te voren wel tegen elkaar: ‘Klinkt het niet, dan botst het wel!’

We spraken de hooflijnen van het programma af, beiden speelden we een klassiek stuk en verder werd er zonder enige voorbereiding geïmproviseerd. Allerlei thema’s doken op, Mozart, Bach, psalmen, gezangen, Johannes de Heer, Harry Bannink, Rogier van Otterloo. Louis stond erop als toegift altijd weer te improviseren op het lied De dag door Uwe gunst ontvangen, tot in de Grote Zaal van het Concertgebouw aan toe. Tijdens een gezamenlijk concert in de Westerkerk in Amsterdam improviseerden we over Abide with me. Een student van mij hoorde zijn achterbuurvrouw in onvervalst Mokums tegen haar partner zeggen: ‘Mot je horen Jan, ze spelen dat moppie uit de Titanic!’

Het kerklied bleef hem levenslang vergezellen.

Louis en Aleid kwamen graag in kerken. Soms was hij in een cantatedienst in de Westerkerk, ook was hij wel onverwacht bij mijn concerten in de Haarlemse Bavo. Meerdere malen ontmoetten we elkaar bij recitals van Hannes Minnaar. Van luisteren naar goede musici kon hij waanzinnig genieten.
Louis was klassiek geschoold. Hij was er trots op dat hij in zijn roerige eerste jazz jaren het solistendiploma voor piano cum laude had behaald, aan het Amsterdamsch Conservatorium. Zijn bijvak was orgel, hij kreeg les in de Westerkerk van mijn voorganger Simon C. Jansen. Toen in de jaren tachtig op conservatoria het hoofdvak piano lichte muziek werd ingevoerd, was hij daar niet blij mee. Je moet gewoon goed klassiek piano leren spelen, de rest fiets je er zelf bij was zijn reactie.

Louis hoorde ik voor het eerst live spelen toen ik veertien was, op de jaarlijkse grote schoolavond. Hij was daar ingehuurd met zijn trio, ik denk dat het in 1966 was. Ik wist niet wat ik hoorde. Zijn lp’s heb ik grijs gedraaid en later heb ik de heruitgaven op cd gekocht. Zo je een cd grijs kunt dragen heb ik dat gedaan. Als ik soms moe ben van het musiceren komt de energie nog steeds terug als ik zijn opnamen beluister. In de jaren zestig en zeventig sloeg ik zijn radioprogramma’s voor de VARA nooit over. Waarschijnlijk was die harmonische telepathie tijdens onze gezamenlijke concerten een gevolg van mijn vroege en intensieve confrontatie met zijn improvisatiekunst.

Vandaag realiseerde ik dat er in mijn improvisaties bij de meditaties van onze beide predikanten op de website van de Remonstrantse Gemeente Rotterdam veel harmonische trekjes van Louis doorklinken. Ik heb veel van hem gejat! We hebben beslist een gemeenschappelijke bron: het improviseren over kerkliederen. Kerkorganisten zijn eigenlijk de barpianisten van Onze Lieve Heer, zei ik eens tegen hem. Daar kon hij zich helemaal in vinden.

Louis was er trots op dat in het Liedboek 2013 een lied van hem is opgenomen bij een tekst van Hans Bouma. Het is lied 499. Het eerste couplet luidt: Nu gaat de hemel open, de aarde raakt in bloei, de vrede dealt van boven, God lacht de mensen toe.De melodie past als een handschoen bij deze eenvoudige en tegelijk poëtische tekst.

Tijdens gezamenlijke improvisaties stelde hij vaak het Gregoriaanse Pinkstergezang Veni Creator Spiritus aan de orde. De mooiste melodie uit de muziekgeschiedenis, vond Louis.

Louis van Dijk, ik noem zijn naam in vriendschap, dankbaarheid en stille weemoed. En in gedachten ben ik bij zijn echtgenote Aleid en zijn kinderen en kleinkinderen.

Jos van der Kooy, april 2020

Over leven en werk van Louis van Dijk bestaat een indrukwekkende website, die bovendien een ontroerend beeld geeft van het leven in Nederland vanaf de jaren veertig. Er staan gelukkig talrijke opnamen op, ook met improvisaties over kerkliederen.

Bekijk hier ook het programma ‘Recht van spreken’ met Louis van Dijk. Onze organist Jos van der Kooy ziet u na 3 minuut en 10 seconden in beeld met Louis.