15 december 2022

Excuses slavernij

Actueel Slavernij monument Excuses slavernij

Titus van Hille denkt na over de excuses rond het Nederlandse slavernijverleden. Zelf is hij in 1982 in Suriname geweest en reflecteert daarover.

De regering heeft het voornemen om op 19 december excuses voor het Nederlandse slavernijverleden te maken. Onder andere Joyce Sylvester in het TV-programma Buitenhof van 27 november heeft aangegeven waar het in dit voornemen aan schort. Haar betoog heeft grote indruk op mij gemaakt. Het heeft de vraag opgeroepen: waar sta ik zelf?
Veertig jaar geleden had ik het voorrecht om als student weg- en waterbouwkunde een half jaar in Suriname stage te lopen en te wonen. Het was na de onafhankelijkheid van Suriname, na de ‘sergeantencoup’ maar nog vóór de decembermoorden. Steeds meer Surinamers kwamen over en in die tijd ontvluchtten ook veel Tamils Sri Lanka en kwamen naar onder andere Nederland. Hun werd door velen een ontvangst bereid die sterk door racisme was gekleurd.
Hoeveel hartelijker werd ik in Paramaribo welkom geheten! Snel ervoer ik hoe de etnische groeperingen er met elkaar het beste van probeerden te maken. En zag voorbeelden van onderlinge tolerantie die ons tot voorbeeld konden en kùnnen strekken.
Toen ik wat vertrouwder was met collega’s namen ze me mee naar een lunchkarretje in de buurt van het werk en vroegen mij, bij een paar Parbobiertjes, op de man af hoe ik mijn positie als Nederlander in Suriname zag. Dat was wel even schrikken voor de naïeve student uit Nederland! Als ik me goed herinner, zei ik dat wij ons kolonisatorsverleden probeerden om te zetten in een positieve bijdrage aan de opbouw van het land. Zonder hen overtuigd te hebben, maar wel in goede harmonie en ook wat aangeschoten, gingen wij na een paar uur ons weegs.
Om weer naar Suriname te gaan is er (nog?) niet van gekomen door de treurige gebeurtenissen die in en na 1983 zo’n grote stempel op het land hebben gedrukt en ook omdat het leven soms andere wegen neemt.


Maar hoe kijk ik nu zelf tegen de slavernijexcuses aan?
Een paar overwegingen:
Volgens mij heb ik toen en nu mensen ‘van kleur’ altijd behandeld zoals ik zelf zou willen worden behandeld, ben ik in mijn werk zo nodig opgekomen voor mensen waarvan ik vond dat zij in relatie tot hun afkomst of kleur, hun geslacht of hun functie niet met respect werden behandeld, vond ik het raar dat ‘allochtonen’ vrijwel uitsluitend in administratieve en ondersteunende functies in dienst waren en erger nog, dat vooral allochtonen (slecht betaald) wc’s schoonmaakten in die voornamelijk witte werkomgeving.


Maar ook:
Heb ik indertijd weinig moeite gedaan om Sranan Tongo (Surinaamse taal) te leren om ook met collega’s die niet of nauwelijks Nederlands spraken te kunnen praten, valt het me nog steeds op als iemand een kleur heeft, ben ik niet altijd bevrijd van vooroordelen in relatie tot iemands afkomst of kleur, koester ik een te romantisch en dus kortzichtig beeld van Suriname.
En, is mijn familie-, vrienden- en kennissenkring, mijn woonwijk èn mijn kerk vrijwel geheel wit, heb ik nog nooit deelgenomen aan Keti Koti, en dat terwijl ik in een stad woon met een heel grote groep Surinamers en Antillianen.

Ik wens onze regering èn mijzelf de wijsheid toe om beter te luisteren naar de nazaten van de slaafgemaakten en daar ook naar te handelen.
Tijd om maar eens gauw te beginnen in ‘Hoe duur was de suiker’ van Cynthia McLeod en wat andere nieuwe voornemens voor het nieuwe jaar te maken!

Zie voor het onderwerp slavernijexcuses ook AdRem april 2021


Gerelateerd