1 november 2021

Een God die er ook nog aan het einde der tijden zal zijn

Het verhaal over Terach, de vader van Abram (Midrasj Bereshit Rabba 38, 19),vormt de opmaat voor een van de beroemdste verhalen uit onze bijbel. Het verhaal over de uitgebreide zoektocht naar een God die vele malen groter is dan alle goden van hout en steen die in de Sumerische stad Ur aanbeden worden. Een God, die aan het begin der tijden de aarde, en de in Ur als goden aanbeden zon, maan en sterren heeft geschapen. Een God die er ook nog aan het einde der tijden zal zijn, en die in alle daartussen liggende tijd getrouw meereist met zijn schepselen. Een god, die afbeeldingen in hout en steen ver te boven gaat.

Lees hier de preek, gehouden door Barbara Veenman, opgenomen in de liturgie van zondag 17 oktober 2021

In de midrasjim, de rabbijnse commentaren op de Tora, worden verhalen over Abraham verteld die niet in Genesis staan. Daarin wordt hij beschreven als een rationeel mens die de absurditeit van veelgoderij en idolatrie wil aantonen. Volgens de midrasj Genesis Rabbah 38 dreef Abrahams vader Terach een handel in afgodsbeelden. Toen zijn vader eens niet thuis was, sloeg Abraham alle afgoden op de grootste na aan gruzelementen. Bij thuiskomst eiste Terach een verklaring. Abraham zei dat het grootste beeld de kleinere beelden had vernietigd zodat hij de aan hun gebrachte graanoffers kon pakken. Terach geloofde dit verhaal niet; beelden zijn daartoe immers niet in staat. Precies mijn punt, antwoordde Abraham.

Gerelateerd