4 april 2019

De bezieling van Piet Bogaards

Geschreven door Piet Bogaards

‘Of ik ook een oud gemeentelid ben? Welnee, ik ben pas 77. Remonstranten worden gemiddeld veel ouder. Dat was natuurlijk niet echt de reden voor Nel en mij om op oudejaarsdag 2010 voor het eerst naar Rotterdam te gaan, voor de oudejaarsdienst van de Remonstrantse Gemeente. We hadden al jaren het gevoel dat de veranderingen in onze Arkgemeente in Krimpen aan den IJssel niet de veranderingen waren die wij wilden. Nel en ik hebben elkaar leren kennen op het IJE-koor in Rotterdam. Ik was daar vooral betrokken bij het sooswerk.

‘In 1966 zijn we getrouwd, bleef Nel gereformeerd en veranderde ik van hervormd in gereformeerd. Maar dat was omdat in Bergambacht, waar we voor enkele jaren gingen wonen, de hervormde kerk aldaar een bondskerk was. En dan is de keus niet moeilijk. Binnen enkele maanden was ik betrokken bij het jeugdwerk, dat gewoon doorging toen we naar Krimpen verhuisden. Jeugdwerk, catechisatie, wijkouderling, scriba, weer wijkouderling, Raad van Kerken, columns en overdenkingen in het Krimpens Kerkblad, Kerk &Israël-commissies, diverse leerhuizen. Terugkijkend kun je er moe van worden, maar zolang je het met plezier doet, lijkt het vanzelf te gaan.

Die oudejaarsavond had ik het gevoel gekregen thuis te zijn gekomen en tijdens de bevestigingsdienst ook de sleutel te hebben gekregen.

‘In september 2010 weer een periode afgesloten als wijkouderling van wijk C van de inmiddels PKN-wijkgemeente De Ark. Wat het kerkenwerk betreft dus gepokt en gemazeld, maar het ‘kerkelijk geluk’ ontbrak al een aantal jaren, bij ons allebei. Voor mij was het schrijven in het Krimpens Kerkblad een belangrijke reden om nog niet te breken.

‘Tijdens die oudejaarsdienst veranderde dat, viel alles op zijn plaats. In mijn ‘praatje’ bij mijn bevestiging als lid van de Remonstrantse Gemeente vertelde ik dat ik op die avond het gevoel had gekregen thuis te zijn gekomen, en tijdens de bevestigingsdienst ook de sleutel te hebben gekregen.

‘Na die tijd weer met veel plezier naar de kerk, iedere zondag, want dat waren we gewend, en een goede gewoonte moet je niet veranderen. Voor mij kwamen er ook de doordeweekse gespreksgroepen, de oecumenische leerkring, de filmavonden, de stadsretraite, de buitendagen, het kon en kan niet op. Sinds enkele maanden veranderde het meedoen aan een gespreksgroep in het leiden ervan. Dat betekent veel studie en inleidingen schrijven, en nu doe ik dus weer met plezier, waar ik negen jaar geleden mee moest stoppen.

‘Een lievelingstekst heb ik niet echt. En ik mijmer best weleens over de toekomst van de Gemeente. Ik vind in ieder geval dat alles wat nu goed is, ook zo moet blijven. Maar ik ben er nog niet helemaal uit wat er op dit moment zo fout is dat het beslist moet veranderen. Zodra ik daar achter ben, zal ik het u laten weten.’

Gerelateerd