3 december 2020

Maria Kuster, meer dan invaller

Beste Maria,

Om te beginnen: vele jaren lang heb je prachtig orgel voor ons gespeeld, om onze kerkdiensten op te luisteren. Wij vinden als Kerkenraad dat dit het juiste moment is om je hiervoor extra te bedanken en jou eens extra in het zonnetje te zetten, ten overstaan van de hele Gemeente. Dat doen wij dus bij deze. Maar voor ik overga tot de uitreiking van het cadeau dat we voor je gekocht hebben, eerst enkele inleidende woorden. Want organisten hebben een wat onderbelichte rol in het geestelijk leven van een kerkelijke gemeente, en dit is bij uitstek een goede gelegenheid om dat eens goed recht te zetten. Ik zal daarom eerst ingaan op enkele Bijbelteksten, we zijn immers een christelijk kerkgenootschap, en dan alsnog de musici in onze gemeente – o.a. zangers, fluitisten, pianisten en organisten – duidelijk extra lof toewuiven: welverdiende lof die zeker ook voor jouzelf geldt!

Ik begin bij de Bijbelteksten die relevant zijn voor mijn betoog. In Deuteronomium 8:3 staat: “Een mens leeft niet van brood alleen. Een mens leeft óók van elk woord dat God spreekt”. En Jezus herhaalt dat nog eens in Mattheüs 4:4: “Maar Jezus antwoordde: “In de Boeken staat: ‘Je kan niet alleen van brood leven. Alles wat God zegt, heb je óók nodig om te leven.’ ” ”. Nu, deze Bijbel­woorden zijn natuurlijk waar. “Brood alleen” is hier de samenvatting voor: de basisvoorwaarden van het menselijk bestaan. We hebben nu eenmaal eten en drinken, kleren, een dak en bed nodig. Maar deze teksten zeggen ons: daar blijft het niet bij, we hebben óók een geestelijk leven nodig!

Het is juist die geestelijke dimensie die ons in staat stelt om ons dagelijks leven te overstijgen. Gelukkig voorzien eerst rabbijnen en later ook christelijke predikanten in die behoefte: zij zorgen ervoor dat de woorden van God die via de traditie tot ons komen, ons opnieuw worden uitgelegd.

Ik heb geen kritiek hoor, op deze Bijbelwoorden: ze zijn waar en juist. Nu ja, toch wel een klein beetje kritiek dan: ik vind dat goede musici er wel erg bekaaid van afkomen in deze teksten. Ze worden hier niet eens genoemd, terwijl juist goede musici een niet te onderschatten bijdrage leveren aan het geestelijk leven van synagoge dan wel christelijke gemeente. Laten we wel zijn: een goede voorganger (rabbijn of predikant), weet teksten uit de traditie goed uit te leggen aan de achterban. Daarmee weet een goede voorganger zijn gehoor intellectueel aan te spreken: hij of zij doet een beroep op het verstandelijk vermogen van deze achterban. Een rationele, intellectuele benadering. Daar is niets mis mee, maar die benadering laat wel een andere dimensie onderbelicht: mensen zijn niet alleen rationeel en intellectueel, mensen hebben ook emoties en tal van gevoelens. Juist die dimensie wordt beter bediend, niet door predikanten, maar wel door musici die hen ondersteunen.

Het zijn juist de musici die samenzang mogelijk maken (nu even niet in coronatijd…), wat een zeer verbindende factor is in onze gemeente. Het zijn de musici die zorgen dat de teksten van liederen ook daadwerkelijk binnenkomen bij het publiek, door de melodie van goede harmonie te voorzien. Kortom, het zijn de musici die de predikanten aanvullen en complementeren: door naast de intellectuele dimensie ook de gevoelsmatige, emotionele dimensie aan te spreken. Ik zou daarom de eerder aangehaalde Bijbelwoorden van een toevoeging willen voorzien: De mens leeft niet van brood alleen, de mens leeft ook niet van het woord van God alleen, de mens heeft ook muziek nodig! En dat laatste is hard nodig om de mens niet alleen intellectueel maar ook emotioneel te kunnen benaderen. Juist dankzij goede muziek naast het woord worden beide dimensies voldoende aangesproken. Trouwens, dat is ook de boodschap van Psalm 150: loof de Heer met veel muziek!

Ik wil dan ook hardop uitspreken: goede organisten zijn een onmisbare en nogal eens onderschatte rechterhand van de dienstdoende predikant. Maar vandaag wil ik juist dat rechtzetten: juist door jouw jarenlange fantastisch mooie orgelspel, juist daardoor heb je – samen met de dienstdoende predikanten – een prachtige extra impuls gegeven aan het geestelijk leven van onze gemeente. Hiervoor wil ik je dan ook namens onze kerkenraad, namens onze hele gemeente heel hartelijk voor bedanken! Beste gemeente, mag ik jullie vragen om een hartelijk applaus voor Maria Kuster…!

 

Jethro Zevenbergen (voorzitter)

 

 

Dankwoord aan Maria Kuster, uitgesproken door de voorzitter van de Remonstrantse Gemeente Rotterdam voor al haar werkzaamheden voor onze Gemeente.

Gerelateerd