13 oktober 2020

De Staphorster variant

Geschreven door Koen Holtzapffel
Actueel Caniceus De Staphorster variant

De Staphorster variant. In de politiek is het de naam voor een coalitiemogelijkheid waarbij de grote rechtse partijen een coalitie vormen met (gedoog)steun van een of meer kleine orthodox-christelijke partijen. In coronatijd blijkt het ook een variant te zijn op de uitvoering van coronamaatregelen op het kerkelijk erf: drie keer per zondag met 600 man ter kerke gaan, exclusief mondkapje maar inclusief gezang op hele noten.

Nu is het wat goedkoop om als rekkelijke preciezen de maat te nemen. Ze zullen in Staphorst te goeder trouw zijn geweest en in de reacties is sprake van de bekende selectieve verontwaardiging: is men in dezelfde mate verontwaardigd als 400 mensen een klassiek concert in een van de Hollandse cultuurtempels bezoeken? Verontwaardiging over de vermeende uitzonderingspositie van kerken gaat vaak gepaard met kritiek op godsdienst überhaupt, al dan niet in de bevindelijke variant van de Bible Belt.

Iets anders is dat ook door kerken zelf te pas en te onpas een beroep wordt gedaan op de beginselen van ‘vrijheid van godsdienst’ en van ‘scheiding van kerk en staat’. Het is sowieso goed zich te realiseren dat artikel 6 van de Grondwet het niet alleen heeft over godsdienst maar over alle vormen van levensbeschouwing. ‘Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.’

De in het artikel bedoelde vrijheid betreft zaken als gewetensvrijheid, vrijheid van belijden, vrijheid van eredienst en vrijheid van organisatie. Het gaat dus om de vrijheid om je geloof of levensovertuiging uit te spreken en je leven overeenkomstig vorm te geven, zowel privé als in het openbaar. Die vrijheid vindt natuurlijk een grens in de vrijheid van geloof en geweten van anderen en is evenmin  als de meeste andere grondrechten absoluut.

De scheiding van kerk en staat, van overheid en religies/levensbeschouwingen, is als zodanig niet in de Grondwet opgenomen. Toch is het een belangrijk beginsel dat inhoudt dat de ene kerk of groepering geen bevoorrechte positie in de staat inneemt boven andere kerken en levensbeschouwelijke groeperingen. De overheid is niet alleen levensbeschouwelijk neutraal, maar behandelt iedereen ook gelijk. Wat ze de ene religie of levensbeschouwing toestaat moet ze ook de andere toestaan. Omgekeerd geldt hetzelfde ten aanzien van wat de overheid verbiedt.

Tevens betekent die scheiding van kerk en staat dat overheid en levensbeschouwelijke organisaties hun eigen verantwoordelijkheid hebben op eigen terrein en zich dus in principe niet met elkaars interne aangelegenheden bemoeien. De kerk heeft geen formele positie in de democratische besluitvormingsprocedures, de overheid mengt zich niet in geloofsleer, kerkorganisatie en opleiding van functionarissen.

Dat laatste wil natuurlijk niet zeggen dat kerken of andere levensbeschouwelijke organisaties zich nergens iets van hoeven aan te trekken als het hun interne gang van zaken betreft in coronatijd. Dat ze kunnen doen wat ze willen. De grondwettelijke gewaarborgde vrijheid van godsdienst schept juist extra morele verplichtingen en vraagt om een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Wanneer er te gemakkelijk of op onjuiste gronden een beroep op dit grondrecht wordt gedaan, dan kalft het draagvlak snel af. De grote waarde van artikel 6 vraagt om een prudente houding van alle betrokkenen.

Precies daarom verdient de Staphorster variant nu geen navolging. Juist vanwege het grote belang van de vrijheid van godsdienst mag van kerken en andere levensbeschouwelijke organisaties verwacht worden dat zij het goede voorbeeld geven en meehelpen om te grote mensenstromen te voorkomen.  God kan gelukkig op vele wijzen geëerd en gediend worden. Ook in de intimiteit van het eigen huis. Of, zoals een van onze gemeenteleden placht te zeggen: Vertrouw op God en doe zelf ook iets.

 

Gerelateerd